Geplaatst

Over cholera, tyfus en vuurwerk

Terwijl enkele fractiegenoten tijdens de kerstdagen onvermoeibaar doorgingen met vergaderen, het schrijven van open brieven aan andere fracties en schriftelijke vragen, ben ik politiek even total loss. Even met andere zaken bezig. Zo ben ik al maanden bezig om, aan de hand van een familiestamboom, die teruggaat tot het jaar 1500, de leefomstandigheden van mijn voorgangers te beschrijven. Hoe en waar leefden ze, welke beroepen oefenden ze uit, wat gebeurde er in de directe en verdere omgeving om hen heen. En natuurlijk kom je dan ook niet om de rol van de kerk heen. Zeker in deze tijd ben ik ook geneigd om toch een kerk binnen te gaan. Dit jaar steek ik kaarsjes aan voor de overledenen in het kleine kapelletje in het Udenhoutse natuurgebied De Brand.

En met mijn gezin ben ik eens uitgebreid gaan dineren met een buurman die we er geen groter plezier mee konden doen: Randy, een verstandelijk gehandicapte jongen die in één van de units woont van het verzorgingsinstituut Vincentius.We hebben ‘m opgepikt, zijn naar een restaurantje gereden in het dorp en hebben gewoon lol gehad. Simpel eigenlijk. Maar waarom doen we dit soort dingen niet vaker? Tja, misschien is de Verzorgingsstaat ons wel te vanzelfsprekend geweest de afgelopen decennia. Voor zorg en aandacht hadden we professionals. Maar die zorg wordt steeds verder afgebouwd.

Vroeger hadden we de diaconie van de kerk die voor de armen zorgde. Bij lange na niet optimaal natuurlijk, maar er was wel een vangnetje. Het kon in barre tijden weleens zeer moeilijk zijn om de naaste op te vangen. Op mijn speurtocht in de generaties kwam ik zo ene verwante Cornelis Roos tegen in het Ridderkerk van de negentiende eeuw. Uit de verslagen van de dokters blijkt hoe slecht de levensomstandigheden toen waren. Dat blijkt ondermeer uit het verzoek van dominee A.P. van Groningen in maart 1858. Hij vraagt aan het gemeentebestuur toestemming om een collecte te houden voor Cornelis Roos . De collecte is bestemd voor een houten been voor deze Cornelis. We moeten aannemen dat deze gelden blijkbaar niet uit de bestaande armenkassen opgehoest konden worden. De economische toestand was in die tijd ook bar en boos. Er waren heel veel zieken en sterfgevallen door typhus en cholera. Bovendien leverde de vlasoogst in dat jaar een treurig vooruitzicht en lag het werk op de scheepswerven bijna stil.

Kinderarbeid was in die tijd gangbaar en blijkbaar nodig. Op de sigarenfabriek was meer dan een kwart van het personeel 13 jaar of jonger. Die kinderen werkten zes dagen per week voor soms niet meer dan een stuiver per dag!

Nou, daar wordt je dus ook niet vrolijk van. En wij maar klagen over de kredietcrisis. Voorlopig vielen de kerstverkopen en de vuurwerkomzet nog mee. Me dunkt dat je daaar vroeger heel wat houten benen voor had kunnen betalen! Prettige jaarwisseling en een euforisch 2009

 

Alle berichten van deze auteur

Reacties

3 reacties op “Over cholera, tyfus en vuurwerk”

  1. chris avatar
    chris

    De diaconie is dood, lang leve de Mantelzorg!

  2. cees verwey avatar
    cees verwey

    Een voorspoedig 2009 toegewenst

  3. repelsteeltje avatar
    repelsteeltje

    Dank je wel voor je heilwens, voor jou en de jouwen ook alle goeds voor 2009!