Geplaatst

BESCHUTTING

Het was vlak voor de jaarwisseling, in de druilerige regen, die na de eerste sneeuw was gekomen, en aan de tweede sneeuwbui vooraf zou gaan. Ik liep door de Nieuwlandstraat, waar Adje mijn pad kruiste. De echte Adje. Die al een begrip was toen die andere Adje nog moest beginnen.
In zijn karakteristieke snelwandeltempo kwam hij mij tegemoet, zoals altijd wat gebogen lopend, en hardop in zichzelf pratend. ,,Goeiemorgen, of ik kan beter zeggen: goeiemiddag!" sprak hij. Hierbij keek hij mij echter niet aan. Zijn blik was op de grond gericht. Het bleek dat hij het woord richtte tot een paars haar-elastiekje. ,,Ik zal jou eens ergens anders neerleggen…"zei hij liefdevol tot het elastiekje. Hij raapte het op, en legde het in een portiek van een bedrijfspand. Het was een ontroerend staaltje van animisme, uit onverwachte hoek. Want ik ken Adje vooral van zijn grimmige buien. Vaak spreekt hij boos een voor ons onzichtbare vijand toe. ,,Schèèle ongelukke!", schreeuwde hij ooit bij een eerdere ontmoeting. ,,Schèèle ongelukke! Schèèle ongelukke!"
Maar met het elastiekje had hij blijkbaar zeer te doen. Wellicht wilde hij het lot van het afgedankte of verloren voorwerp wat verzachten, door het een schuilplaats te bieden tegen de druilerige regen van dat moment. Of van de nieuwe sneeuwbui die hij misschien aan voelde komen. Of enige beschutting tegen al het knallende vuurwerk, dat vervaarlijk dichterbij kwam. In elk geval lag het elastiekje voorlopig buiten bereik van dat alles; meer kon Adje ook niet doen voor zijn levenloze lotgenoot. Die voor hem dus wel leefde.
Het is maar de vraag hoelang het voorwerp in zijn gedàchten nog geleefd heeft. Waarschijnlijk was Adje zijn reddingsactie kort na de uitvoering alweer vergeten. Van het effect van deze redding mag evenmin veel verwacht worden. Natuurlijk is het elastiekje algauw in een kliko gegooid, of wederom op straat beland, afhankelijk van een nieuwe gril van het lot. En wie heeft er dan nog oog voor? Maar ach, een elastiekje voelt toch niks van kou en totale onderkoeldheid. Tenminste, dat neem ik aan. Met al mijn onvermogen om te zien wat Adje ziet.