Geplaatst

Sterallures

Je hebt taxichauffeurs die elke passagier een luisterend oor lenen en taxichauffeurs die van hun passagiers een luisterend oor claimen. De chauffeur die ik trof behoorde tot de laatste categorie. Hij vertelde honderduit over zijn werkgevers, het aantal dienstjaren en over zijn naderende pensioen. En over het arbeidsethos van de taxichauffeur: ,,In ons vak is het horen, zien en zwijgen.”Vervolgens deed hij mij een anekdote aan de hand over de nachtelijke escapades van een inmiddels overleden vaste klant van hem. Later had hij regelmatig de weduwe van deze klant in de taxi, maar hij vertelde haar natuurlijk nooit wat hij wist.
,,Want ook al is die man allang dood, dan nog praat je daar niet over. Zoiets doe je gewoon niet.”
De wijze waarop hij uit de school had geklapt vloekte echter niet met zijn ‘horen, zien en zwijgen’-dogma. Geen namen, geen rugnummers, geen aanknopingspunten. En wat de nachtelijke escapades van die man waren werd ook in het midden gelaten.
De man was gezegend met een correctheid en klantgerichte monterheid die je nog maar zelden ziet. Hij was een relikwie van een uitstervend ras. Goed geconserveerd ook. Ik had het stellige vermoeden dat hij er nog precies hetzelfde uitzag als aan het begin van zijn lange chauffeursloopbaan. Inclusief het korte doch gedekte kapsel en het onopvallende brilmontuur.
Hij was zo onaangetast door zijn lange zware loopbaan dat hij wel geboren voor het chauffeursvak moest zijn.
Toch zag hij uit naar het einde. De nachtdiensten braken hem vaak op door het afwijkende slaapritme en zijn publieke status begon hem ook steeds meer tegen te staan.
,,De binnenstad mijd ik op vrije dagen zoveel mogelijk” verzuchtte hij. ,,Want daar is het bij elke stap die ik zet ‘hoi hoi’. Tja, ze kennen me allemaal, hè. Ik weet vaak nauwelijks wie het zijn; je kunt al die klanten niet onthouden. Mijn vrouw vond het helemaal verschrikkelijk. Daarom gaan we ook nooit in de Heuvelstraat winkelen. Dat doen we liever in Waalwijk of in Den Bosch. Ze hoeven in Tilburg toch niet te weten wat ik koop, is ’t wel?”