Geplaatst

Mario

,,Hier zou menige grootmeester zijn hoofd over breken!” vertelde een vage kennis mij bij het aanschouwen van het reuzenschaakbord in de bibliotheek op het Koningsplein. Af en toe staat ie er ineens, het reuzenschaakbord met de grote pionnen in rare posities. Enkele jaren terug nodigde een duidelijk dakloze jongen mij bij hetzelfde bord uit om een potje te schaken.,,Want daar staat dat bord hier voor!” verklaarde hij in onvervalst Mokums. Ik zei dat ik niet schaken kon. ,,Hoezo niet? Je hebt toch op de universiteit van Amsterdam gezete? Ja, dat was jij, hè? Ja, daar ken ik jou nog van, jonge!” Ik beaamde het maar. Hij kende me immers altijd ergens anders van. De eerste keer dat hij me aansprak was in de Emmapassage. ,,Kenne wij mekaar nog?” had hij geroepen. ,,Mario! Ik ben met je doorgezakt in dat kroegie tegenover de kerk waar die lesbiese vrouwe achter de bar staan. Ja, jij was het, jonge. Alleen weet je dat niet meer omdat je zo dizzy van de drank was. Want jij liet heel de tijd dat glas uit je hande valle. Ja, jij was het, jonge. Want jij ging toen met ’n taxi naar huis en toen vroeg je nog of je mij thuis af moest zette. Maar dat hoefde niet, jonge. Maar nou ik je toch zie: we moete echt weer es ’n keer gaan stappe same. Ik ga dit weekend naar Amsterdam, as je dan mee gaat laat ik jou die leuke kroegies zien met van die vrouwe. Die hoef jij geen drankie an te biede, die biede jou ’n drankie an. Ja, dat zijn geen hoere of zo, maar gewoon nette vrouwe. En dan drink je wat met ze en dan gaan ze met je mee; keije neuke jonge. Maar as we nou morgenavond in dat kroegie tegenover de kerk afspreke om nege uur dan bespreke we het verder wel, jonge!” Ik ben niet gegaan al had ik dat beloofd. Maar die keer dat hij met me doorgezakt zou hebben was ik er zelf ook niet bij. Dus het zal wel goed zijn gekomen.