Veel vaste straatmuzikanten kent de Tilburgse binnenstad niet. Naast de rastaman is er eigenlijk alleen de jongen met het vlasbaardje en de geruite pet. Hij speelt op zijn gitaar en op zijn blokfluit folkachtige melodieën.
Verder duikt er natuurlijk in de zomermaanden wel eens een straatorkestje op dat langs de terrassen gaat. Maar die muzikanten horen niet echt bij Tilburg. Die kom je in elke stad tegen. Al weet je nooit of het iedere keer hetzelfde orkestje is dan wel dat al die orkestjes op elkaar lijken. Net als met die in poncho’s gehulde panfluitisten die begin jaren negentig voortdurend in Tilburg en in Eindhoven opdoken. En op een gegeven moment weer verdwenen waren. Omdat ze waarschijnlijk niet lang op dezelfde plek kunnen blijven.
De zigeunerachtige violist die ik een tijdje geleden bij de ingang van de Emmapassage trof,
was sowieso gedoemd om niet te lang op dezelfde plek te blijven.
Hij dook uit het niets voor me op, kraste een paar maten ‘Hava nagila hava’, stopte abrupt en riep toen ‘Mooi man!’. Kennelijk moest dit voor mij een teken zijn om mijn portemonnee te trekken. Ik was zo overrompeld dat ik het nog deed ook. Hij mompelde iets Duits-achtigs dat voor een bedankje door moest gaan en verdween weer.
Een paar meter verderop trof ik een lokale muzikant die net op weg was naar ’t Elfde Gebod. Hij wilde graag even bijpraten, maar hij moest echt eerst pinnen. Al bijpratende liepen we dus naar de automaat, die echter het ingetoetste bedrag niet uitkeerde. ,,En er zou driehonderd Euro opstaan!" sprak de muzikant verbijsterd.
Het viel hem rauw op zijn dak. ,,Dan ga ik maar naar huis, dit trek ik niet." verzuchtte hij.
Daar dook echter de violist weer op. Hij kraste wederom drie maten ‘Hava nagila’ en riep
wederom verwachtingsvol: ‘Mooi man!’
De muzikant viste zijn PINpas uit zijn verder lege portemonnee, toonde deze aan de violist
en sprak: ,,Ik zit in ut zelfde kutvak as gij, jonge!"
Ofschoon het Nederlands nauwelijks machtig en het Tilburgs al helemaal niet grinnikte de violist begrijpend. Muzikantenmalaise ontstijgt aan alle taalgrenzen.