Geplaatst

ALLEE

De laatste Allee heb ik vorige week gekocht bij de verkoper die altijd bij de ingang van de Emmapassage of de ingang van de bibliotheek staat.
Die tandenloze met dat vlassige grijze baardje. Hij praat wat vaag en lijkt niet altijd goed aanspreekbaar.
Verder weet ik niks van hem. Zoals ik van de meeste Allee-verkopers eigenlijk weinig tot niks weet. Behalve hun standplaatsen dan.
Ik kocht de Allee altijd op de eerste standplaats waar ik toevallig tegenaan liep. Zodoende hebben vrijwel alle verkopers mij regelmatig als klant gehad.
Sommigen hielden er een complete nevenhandel op na. Zo wees de HEMA-verkoper mij bij de aanschaf van het nieuwste nummer op een grote vuilniszak die naast hem stond.
,,Ik verkoop ook nog zemen” fluisterde hij op samenzweerderige toon. ,,Die ken je wel, hè, zemen?”
Het was een van de weinige keren dat ik een gesprek met een verkoper had dat meer behelsde dan de aanschaf van het nummer. Ofschoon mij ook iets bij staat van een monoloog van de verkoper met de clownsneus (als een ware circusartiest steeds wisselend van standplaats) over een extract van het gemalen ivoor van een neushoorn. En dat vrouwen daar zo geil van werden.
En uiteraard de gesprekken met Zoef, de verkoper bij de ingang van de Albert Heijn aan het Korvelplein. Maar die tel ik niet, want Zoef kende ik nog uit de tijd dat hij ‘Zoeftax’ genoemd werd en als zwarte taxi voor de allerzatste doorzakkers fungeerde.
Ik kan echter niet zeggen dat ik de Alleeverkopers die ik tevoren niet kende echt heb leren kennen. Maar ik verdeelde mijn klandizie tamelijk gelijkmatig onder hen en ik gaf bijna altijd een fooi.
Omdat het de laatste keer was gaf ik mijn laatste Alleeverkoper al het kleingeld dat ik bij me had. Iets meer dan twee Euro. Hij was er blij mee.
Maar toen ik hem op weg naar huis opnieuw trof, vroeg hij weer of ik er een wilde kopen. Als herkenningsteken hield ik mijn even tevoren bij hem gekochte Allee omhoog. Na diep nadenken ging er heel vaag een belletje bij hem rinkelen.