Geplaatst

JUSTICE

Op zaterdag herinnerde slechts een stuk plakband nog aan de actie. Plakband met enkele kartonnen snippers. Zoals wel te verwachten was geweest.

De actie was, twee dagen eerder, gedoemd om zo te eindigen. Iedereen had er al zo weinig mogelijk acht op geslagen. En de man met het kartonnen bord sprong er toch wel degelijk uit. Te midden van het winkelende publiek, naarstig op weg naar de Jumbo aan de Broekhovenseweg, was hij een opvallende verschijning. Een donkere man, geheel in het zwart gekleed, en met een zwart hoedje op. Tussen zijn lippen een lange sigaar geklemd. Hij stond naast het stoplicht bij de oversteekplaats, en hield dus een kartonnen bord omhoog met de tekst ‘4-4-2008. Justice justitie live!’. Bij elke passerende auto wees hij nadrukkelijk naar het wegdek. Ik kon mij niet voor de geest halen wat er vorig jaar op 4 april gebeurd zou moeten zijn. Was er bij deze oversteekplaats een dierbaar iemand om het leven gekomen? Daar hij voortdurend naar het wegdek wees, vermoedde ik iets dergelijks. Maar wat was dan de rol van de justitie hierin geweest?

Ik wilde het de man eigenlijk zelf vragen, maar besloot hiertoe over te gaan nà de broodnodige boodschappen. Maar toen was hij al weg. Het kartonnen bord hing er nog. Hij had het met plakband aan de paal van het stoplicht bevestigd. Opdat wij nooit vergaten. Maar het gedenkteken zou uiteindelijk één dag stand houden. Zijn poging om de mensheid wakker te schudden voor het onrecht dat hem blijkbaar was aangedaan, was verzand in een geruisloze demonstratie, die door de winkelende passanten waarschijnlijk vanuit een ooghoek vluchtig was gadegeslagen. ‘4-4-2008. Justice justitie live’. Een tekst die vragen opriep, waar niemand tijd voor had. Een markante verschijning, waar niemand echt oog voor had.

De man zag er immers afwijkend genoeg uit om, gemakshalve, voor dorpsgek te kunnen worden versleten. Dus het onrecht dat hem was aangedaan, zou ongetwijfeld enkel in zijn hoofd bestaan. En vóór het voltooien van de collectieve gang langs de winkelrekken, bestond hij, in de hoofden van de meeste passanten, waarschijnlijk zèlf al niet meer.