Geplaatst

VIERWINDENLAAN

Het was afgelopen zondag halverwege de Vierwindenlaan dat de bus schrapende geluiden begon te maken. De chauffeur reed een keer achteruit. De schrapende geluiden leken verdwenen, maar keerden meteen weer terug toen de rit werd voortgezet.
Deze schlemielige gebeurtenis paste wel bij deze zondag. Het weer was de hele dag bar en boos, en de tocht naar een bushalte was, voortglibberend over de dikke pakken sneeuw, al een beproeving geweest. De nattigheid was bij deze glibbertocht al doorgedrongen tot mijn linkerschoen.
En daarna dus het oponthoud midden in de Vierwindenlaan. Aan boord waren, buiten mijzelf, een oudere dame, en een hard rock-achtig gekleed stelletje, dat op gedempte toon converseerde. De chauffeur drentelde besluiteloos wat heen en weer tussen zijn bestuursplaats, en de plek waar het geschraap vandaan moest komen. Hij hield het op een losgeraakt luik van een geluidsdemper. Hij belde met de centrale, en kon vervolgens geen contact maken omdat het groene hoorntje niet op zijn schermpje wilde verschijnen.
De oudere dame stapte uit, en liep naar de halte aan de overkant. De bus die daar zou stoppen zou uiteindelijk ook weer in de Vierwindenlaan komen.
De motor werd afgezet, de chauffeur zei dat de lichten spoedig ook automatisch uit zouden gaan, het hardrockstelletje sprak spaarzaam met mensen van buitenaf, en de klamme sok aan mijn linkervoet begon steeds plakkeriger aan te voelen. Het was allemaal geheel in stijl.
Uiteindelijk verscheen het groene hoorntje op het scherm, beloofde de centrale een monteur te sturen, en verscheen de volgende bus om de gedupeerde passagiers over te nemen.
Ik trof de oudere dame weer. ,,Ik dacht, hier is het in elk geval wat warmer, maar dat viel ook nogal mee" glimlachte ze. Het was duidelijk geen dag om ergens voordeel uit te halen.
Na een korte conversatie met haar gestrande collega, reed de reddende chauffeuse van lijn 4 verder. Waarschijnlijk heeft de gestrande chauffeur met zijn kapotte bus nog lang in het sneeuwlandschap gestaan. Maar dat bedacht ik me pas ver nadat ik alweer thuis was, en met de chauffeur meer medelijden kreeg dan ik met mezelf had mogen hebben.