Geplaatst

MAALSTROOM

Gelukkig had ik wel de tegenwoordigheid van geest gehad om zonder jas naar buiten te gaan. Dat is voor mijn doen al heel wat. Mijn timing inzake dat soort beslissingen is doorgaans erg ongelukkig.
Maar afgelopen maandag had ik, onlangs het urenlang aaneengesloten bivakkeren op mijn werkkamer, net genoeg van de zonnige buitenwereld meegekregen, vooraleer ik eindelijk eens de deur uit ging.
Het was op mijn werkkamer warm genoeg geweest om te beseffen, dat het buiten een van die laatste nazomerdagen was, waarop ik nog zonder jas naar buiten zou kunnen. Zelfs in de schaduw voelde de wind niet tochtig aan.
In het straatbeeld ontwaarde ik geen jassen die zekerheidshalve toch maar meegezeuld werden. Hoogstens wat colbertjes. Die te dun waren om zweetkringen onder oksels te veroorzaken.
Het was een nazomerdag waarop alles leek te kloppen. Een van de laatste toegiften van de zomer, een dag die een warmte behelsde die je niet hoefde te trotseren zoals bij menige Hollandse zomerdag het geval is. Alles was genietbaar, niemand was chagrijnig, niets leek misplaatst. Behalve ik.
Deze dag was ik weinig meer dan een nerveuze kantoorklerk, die alleen even uit zijn bedompte hol was gekomen omdat hij daar niet onderuit kwam. Want ik moest nu eenmaal even naar een bespreking met de bouwers van mijn site, waarvoor ik al dagenlang kilometers content zat te schrijven. En ik moest nog kopietjes draaien voor iemand die met een boek bezig was, en die met smart zat te wachten op documentatie die ik hem beloofd had.
Ik beende door de binnenstad als was het een propvolle Kalverstraat, waar je beentempo automatisch omhooggaat als je wordt meegezogen in de maalstroom van winkelende de menigte.
Maar er was geen maalstroom. Er waren plukjes mensen die kuierden in de cadans die de dag met zich meebracht, en mensen die op terrassen zaten. Vooral op de Korte Heuvel, die ik op de heen- en de terugweg passeerde, was het zomers druk. Ineens besefte ik de nietigheid van al mijn beslommeringen, die mij gedurende de voorafgaande uren op mijn werkkamer groter hadden geleken dan de Zon Zelf.