Geplaatst

APPEL

Tussen de genodigden op deze première viel hij volledig uit de toon. Met zijn motorjack, zijn stoppelbaard en het paardestaartje op zijn kruin contrasteerde hij scherp met de meeste andere gasten, die klaarblijkelijk een dresscode volgden, die het midden hield tussen vrije tijds en tenue de ville.
Maar eigenlijk was híj de enige in gepaste kledij, op de première van een rockmusical. Hij bewoog zich dan ook tussen BN’ers, meelopers en persfotografen, alsof hij zijn eigen woning gekraakt had aangetroffen.
,,Wat zijn dat voor losers bij de ingang met die fototoestellen?" vroeg hij mij. ,,Die ene daar heeft een kanon bij zich…Hij zou willen dat z’n piemel zo groot was."
Het was een uitspraak die hem kenmerkte. Opgeklopte toestanden en nagemaakte mensen ontlokten hem steevast dit soort reacties.
Tijdens ons gesprek herinnerde ik me een anekdote die hij mij ooit vertelde over een conflict met een huisgenoot. Deze had iets gezegd dat verkeerd gevallen was.
,,Ik had op dat moment een appel in mijn hand…die heb ik toen tegen het plafond aangegooid…dat ging met zó’n kracht gepaard…van die appel is nooit meer iets teruggevonden…"
Ik had nooit geweten dat een mens zo hard kon gooien of dat er zulke appels bestonden, maar het verhaal was mij altijd bijgebleven.
In de zaal zat hij enkele rijen voor mij. Uiteraard hield hij zijn jack aan. Halverwege het tweede gedeelte verliet hij de zaal. Boos wegbenend, volgens mij.
,,Ja, ik werd er zo balsturig van, dat ik maar weggelopen ben. Anders hadden ze me nog verwijderd, denk ik" bevestigde hij naderhand. ,,De muziek was wel goed, maar die toneelstukjes tussendoor…verschrikkelijk."
,,Dit kost trouwens wel een paar centen, hè? Betaalt de schouwburg dit?"
,,Nee, de productiemaatschappij die dit uitbrengt."
,,Oh. Want als dit met gemeenschapsgeld betaald wordt, is dat wel goed fout, hè!" zocht hij naar een aanleiding voor een tirade.
Zijn avond was duidelijk verziekt. Liefst zou hij al die premièregangers een voor een als die appel tegen het plafond aansmijten. De holle frasen om mij heen horende, vermoedde ik dat je van velen van hen geen enkel restant terug zou vinden.