Geplaatst

ACHTERHOEDE

De badstoffen zweetband doet nog veel opgeld onder de Tilburg Ten Miles-lopers. Degelijke, witte badstoffen zweetbanden, zonder opdruk. Als je lang genoeg langs het parcours staat, zie je de kledingtrends met alle bijbehorende substromingen vanzelf langskomen.
Zo’n substroming is bijvoorbeeld de boerenzakdoek. Ofwel het piratendoekje. Het is maar net wie hem draagt. Bij sommigen is het een boerenzakdoek, bij anderen een bandana.
De verschillen in stijl zijn sowieso groot bij de lopers onderling. Zwierigheid en plompheid lopen constant door elkaar heen.
Sommigen zijn onuitstaanbaar in hun zwierigheid, zoals het blonde meisje dat ik zondag tussen de achterhoedelopers spotte. Mooi golvend haar, modieuze zonnebril, glimmende, nauwsluitende sportoutfit, en uiteraard geen druppel zweet latend. Met haar sierlijke gazelletred zweefde zij welhaast haar steunende en puffende medelopers voorbij.
Ze stak onverdraaglijk fris af tegen de lopers die ze achteloos passeerde, waaronder de van zweet doordrenkte man, wier zweetdruppels zelfs van zijn zonneklep af dropen.
Aangrijpend was eveneens de man met de witte theedoek op zijn hoofd. Met een met bloed besmeurd gezicht liep hij door.
Of de oudere man met grijs brillantinehaar, wiens lichtgrijze T-shirt reeds donker gekleurd was van het zweet. Hij droeg een tijdloos trainingsensemble, waarbij het jasje nonchalant rond zijn middel geknoopt zat. Zijn kledingkeuze had -het onberekenbare Hollandse weer indachtig- een overduidelijk voor-het-geval-dat-gehalte.
Zo blijft er, tussen alle voort hobbelende zondagsjoggers door, af en toe eentje op je netvlies branden. Want veel komt op hetzelfde neer: naamloos voetvolk dat enige seconden roem vergaart in de vorm van monotoon handgeklap. Sommigen zwaaien gehaast tegen bekenden langs de kant. Naarmate ze verder in de achterhoede lopen gaan ze uitgebreider zwaaien en breder grijnzen. Nummer 1175 heeft kennelijk nog altijd meer ambitie dan nummer 1950.
Genieten van je gebrek aan succes is ook een kunst. En weten wanneer het voorbij is ook. Want de magie van de Ten Miles vervliegt snel.
Zo zag ik aan het einde van de middag twee deelnemers in hun wedstrijdtenues over de Bredaseweg lopen. Er was al niets meer te zien dat nog aan de Ten Miles herinnerde. Ze oogden als carnavalszotten op een hete zomerdag.