Geplaatst

Commercie boven democratie

Voetbalclubs hebben de afgelopen decennia tientallen miljoenen van gemeentes ontvangen maar blijven door aanhoudend financieel wanbestuur en niet krachtdadig optreden van gemeentebesturen een bodemloze put. Betaald-voetbalclubs zijn erg belangrijk voor steden, zowel commercieel als emotioneel. Maar hoe belangrijk een voetbalclub ook is voor een stad, er zijn ook andere erg belangrijke zaken die moeten worden betaald met gemeenschapsgeld: zorg voor ouderen en zieken, de vuilnisophaaldienst, straatverlichting, amateursport, leerlingenvervoer, armoedebestrijding, reïntegratie voor werklozen, de sociale werkvoorziening, groenonderhoud, etc. Een kleine groep voetbalsupporters vindt dat het belang van hun club vóór alles gaat en laat niet af zwaar geschut te gebruiken om kritische raadsleden en bestuurders te belagen. Voetbal is emotie. Niks mis mee. Maar laster, leugens, verbale smeerlapperij, bedreigingen en geweld zijn onacceptabel. Hoe stop je dit gedrag? En hoe voorkom je dat bestuurders van voetbalclubs gemeentebesturen in een lastig parket blijven brengen door telkens weer hun handjes op te komen houden? Door landelijke regelgeving.

Den Haag (regering en Kamer) zou onderhand eens bindende afspraken moeten gaan maken met de betaald-voetbal-organisaties en wettelijke voorwaarden en beperkingen moeten gaan stellen aan overheidssteun voor profclubs. Pas als dat gebeurt, kunnen gemeentebesturen niet meer voortdurend voor het blok worden gezet door clubbesturen die door eigen blunders en verkeerde keuzes ontstane financiéle gaten willen dichten met gemeenschapsgeld. Dan pas wordt het onmogelijk voor sportwethouders om hun privéliefhebberij te blijven financieren uit de gemeentekas of om met wéér een financiële injectie vlak voor verkiezingen om stemmen te ronselen onder supporters. Pas dan ook stopt het verbale en soms fysieke geweld van bepaalde groepen voetbalfans richting raadsleden en bestuurders zodat zij weer vrijuit kunnen spreken en hun werk kunnen doen. Helaas wegen tot nu toe de commerciële belangen van de betaaldvoetbalsector zwaarder dan het belang van een goed functionerende democratie.