Geplaatst

Biodiversiteit in Tilburg 6

Commentaar op conceptnota ‘Biodiversiteit’ deel 6

klik hier door naar deel 1

Educatie

En die bebouwde kom is toch de plek waar de meeste Tilburgers juist wonen en dagelijks wel of niet nog iets kunnen beleven van natuur, biodiversiteit en spontane natuurlijke processen en ontwikkelingen. Educatief gezien is die stadsnatuur dus extra belangrijk en die educatieve mogelijkheden zouden in de nota concreet echt goed moeten worden uitgewerkt. En daar mis je dan ook op didactisch en educatief gebied weer de eigenlijk noodzakelijke kennis, deskundigheid en betrokkenheid.
In educatief opzicht buitengewoon belangrijk is ook wat de gemeente zelf uitdraagt. Hoe voorkom je praktijken zoals destijds rond de gemeentelijke promotie van het bier Oranjeboom waarbij van de eigenlijke Oranjeboom de betekenis totaal werd verzwegen en die boom zelfs werd gekapt op de verjaardag van de kroonprins ter verhoging van de omzet van wat toen werd gepropageerd als ‘Kroonprins der Pilseners’? Hoe voorkom je reclamestrategieën waarbij in het kader van een voor die stad nieuw bedachte, kunstmatige, commerciële  "identiteit"  (citybranding) de bestaande identiteit juist omlaag wordt gehaald? Hoe voorkom je gemeentelijke voorlichting en educatie over spontane stadsnatuur in termen als "verloedering", "rotzooi", en "gribus"? Hoe buig je de huidige praktijk om naar normale, positieve voorlichting over wat de natuur spontaan zelf nog altijd in de stad laat groeien?

Beheer

Concreet wordt ook niet ingegaan op het door de gemeente gevoerde beheer. Terwijl daar aandacht voor biodiversiteit juist gepaard zou kunnen gaan met enorme bezuinigingen. Bijvoorbeeld:

Geen dure bureaus meer inhuren om bomen op verzoek ziek te laten verklaren of in te laten stemmen met strategieën als ‘infuus, ‘couveuse’ of nog zottere methodes om van een boom af te komen.

Geen dure bureaus meer inhuren om in de winter ergens gauw even te kijken en dan te laten rapporteren dat er geen bijzondere soorten zijn, terwijl die kennis of zelfs nog veel meer kennis elders gewoon op te vragen is

Geen dure krachten er op uit sturen om inventarisatiewerk nog eens over te doen en al geïnventariseerde bomen weer af te voeren.

Geen bomen zelfs in parken en plantsoenen onnodig snoeien, laat staan onnodig hoog of zelfs hoger nog dan ook maar ergens anders in het land.

Spontane straatflora op plekken waar dat geen hinder veroorzaakt en jarenlang getolereerd werd gewoon weer tolereren of minstens meer tolereren dan nu.

Geen dure grote bomen planten op plekken waar kleinere bomen na een paar jaar hetzelfde resultaat opleveren.

Zo wie zo geen bomen planten op plekken waar spontaan de natuur zelf zorgt voor bomen en struiken, en zelfs de precies voor die plek geschikte soorten.

De nota zou in feite concreet ook in moeten gaan op zaken als bijvoorbeeld het beeldbestek voor het beheer en onderhoud van wegen, trottoirs en groenstroken. Of op het gegeven dat in bijvoorbeeld winkelstraten afval onmiddellijk wordt verwijderd en in waardevolle stadsnatuur blikjes, bekertjes, reclamefolders enzovoort maandenlang blijven liggen, waarna vervolgens het groen als zijnde "rotzooi" wordt aangepakt.

Spontaan of aanplant

Als voorgestelde maatregel ter bevordering van biodiversiteit wordt regelmatig het aanplanten van bomen en/of struiken genoemd. Voortdurend lijkt het alsof wij mensen wel even voor biodiversiteit zullen zorgen, alleen wij dat kunnen. Uiteindelijk zal de natuur het toch zelf moeten doen. In plaats van voorgestelde ‘aanplant’ zou daarom veel meer de nadruk moeten liggen op maatregelen (of juist het achterwege laten daarvan) om op allerlei plekken de natuur zelf te laten zorgen voor spontane begroeiing, bomen, struiken en biodiversiteit.

Braakliggende terreinen

Buitengewoon belangrijk zijn in dit verband met name de braakliggende terreinen. Het zijn bij uitstek de plekken waar je in de stad nog in aanraking kunt komen met spontane plantengroei en spontane natuurontwikkeling. Plekken ook met bijzondere educatieve mogelijkheden.
Mede daarom is voor deze zogenaamde "tijdelijke natuur" landelijk beleid ontwikkeld.
In de gemeente Tilburg echter strookt dit niet met de gepropageerde T stijl. Extra reden dus voor een concrete uitwerking op Tilburgs niveau van het landelijke beleid voor ‘tijdelijke natuur’. Dat bleek eens te meer toen zelfs het voor de biodiversiteit funeste voorstel werd gedaan om in Tilburg braakliggende terreinen meteen te egaliseren en in te zaaien (en – voor de duidelijkheid hier nog toegevoegd op TilburgZ – geen vegetatie te tolereren hoger dan 30 centimeter, laat staan natuurontwikkelingen zoals destijds bezongen in de Koerier, mijn stadsnatuurboek en hier nog gememoreerd in ‘Biodiversiteit: voorbeeld uit 1993’).
Pijnlijk duidelijk werd toen wat we in de praktijk aan deze nota in zijn huidige vorm hebben.
Hopelijk is de definitieve nota een totaal andere.

Henk Kuiper