Geplaatst

Biodiversiteit in Tilburg 5

Commentaar op conceptnota ‘Biodiversiteit’ deel 5

Overig commentaar

Vaag, niet concreet

Concrete plekken, planten en dieren worden in de nota niet of nauwelijks genoemd.
Zelfs toplocaties worden niet genoemd, zoals het braakliggende terrein achter de Hart van Brabantlaan (voormalig van Gend en Loosterrein). In de nota staan mooie woorden als "vergroten", "verbinden" en versterken". Maar waar precies? Concreet worden niet eens de plekken genoemd die om redenen van biodiversiteit in elk geval behouden zouden moeten worden. De vraag is dan ook of ze behouden blijven, of dat überhaupt de bedoeling is of en in welke mate daar op wordt ingezet.
Theoretisch kunnen met deze nota onder het mom van alle aandacht voor de biodiversiteit juist alle plekken met nog een grote biodiversiteit probleemloos allemaal nog verdwijnen. Theoretisch kunnen overal in de stad bijzondere soorten zonder problemen en zonder ook maar enige ophef in de media allemaal nog uit de weg worden geruimd. Theoretisch kan de biodiversiteit in de stad nog enorm achteruit gaan, terwijl dat dan gemaskeerd wordt met een mooie nota en mooie verhaaltjes in de krant over een paar weinig of niets voorstellende maatregelen voor de sier en de show.

Waar de nota het meest concreet is gaat het over dingen die diverse particuliere grondbezitters in het buitengebied al doen of nog willen doen. Maar is deze nota niet vooral bedoeld voor de gemeente en wat die kan of moet doen? En juist daar blijft de nota vaag.
Ook als het gaat over het door de gemeente beheerde buitengebied, zoals de Oude Warande.
Daar zou dan vanuit biodiversiteit toch minstens iets gezegd kunnen worden over bijvoorbeeld de wenselijkheid van het verjongen van lanen die nu nog schuil- en broedgelegenheid bieden aan spechten, boomklevers en vleermuizen. Of over het behoud of herstel van de steeds verder weggepoetste stijlkenmerken van de latere, aanvullende romantische aanleg met de daarbij behorende biodiversiteit. Of over het behoud van de oude plekken met nog een heideachtige vegetatie, gagel of anderszins aan de biodiversiteit bijdragende begroeiing.
Of over het behoud van plekken met nog oud hakhout en spaartelgen.

Concrete bedreigingen verzwegen

Er worden in de nota corridors aangegeven die allemaal worden bedreigd, waarvoor allemaal al plannen worden ontwikkeld ten behoeve van andere belangen, zoals het kanaal (kanaalverbreding), het Piuskanaal (bouwplannen) en de Spoorzone (bouwplannen). Op die bedreigingen wordt echter op geen enkele manier concreet ingegaan. Nergens ook maar een opmerking over hoe die plannen kunnen of moeten worden tegengehouden, ingepast of aangepast ter behoud van bestaande biodiversiteit. We zien of lezen ook niet wat dan precies wel en niet onder die corridor valt. Alleen het water van het kanaal, alleen de spoorlijn en het bijbehorende kiezelbed?

Niet enthousiasmerend

Doordat concrete plekken, planten en dieren nauwelijks genoemd worden spreekt uit de nota ook weinig daadwerkelijke betrokkenheid, weinig enthousiasme. Concrete soorten worden voornamelijk genoemd in de feitelijk overbodige stukken over ‘plaagsoorten’ en ‘gevaarlijke exoten’. In positieve zin worden soorten nauwelijks ergens genoemd. Min of meer vergelijkbaar met eerder de nota ‘Tilburg boomT’ met wel een hoofdstuk over ‘overlastgevende bomen’, maar nergens verder een positief hoofdstuk over bomen die bijdragen aan plezier, gezondheid, historisch bewustzijn et cetera. De nota is zodoende niet enthousiasmerend. Ook deze nota is toch weer uiting van de T visie en de T stijl. Waarom in plaats van een irrelevante uitweiding over lastige exoten en "plaagsoorten" niet een enthousiast verhaal over wat er in de stad leeft en groeit dankzij de diversiteit aan bodems op braakliggende terreinen die allemaal door samenstelling, mate van bodemverdichting, hoeveelheid kalk, bemesting enzovoort weer hun eigen plantensoorten hebben. Waarom dat niet toelichten met concrete voorbeelden, plantensoorten die midden in Tilburg nog herinneren aan het agrarisch verleden of als ooit meegekomen met de wol nog herinneren aan de textielindustrie? Waarom dat niet verder uitwerken met concrete voorstellen voor behoud en verdere ontwikkeling?  

Biodiversiteitsrapport 2009 en bebouwde kom

Bijgevoegd bij de nota is een "biodiversiteitsrapport 2009". Het suggereert alsof alles in de gemeente grondig is bestudeerd en geïnventariseerd, maar met een paar onderzoeken wordt in feite vooral mooie sier gemaakt, wordt het feitelijke gebrek aan gegevens gemaskeerd.
Met name over de bebouwde kom staat in dat rapport in feite helemaal niets. En die bebouwde kom onderscheiden de botanici tegenwoordig niet voor niets als een speciaal plantengeografisch district. Niet toevallig verscheen enkele jaren geleden een speciaal boek "stadsplanten". In de stad groeien allerlei planten die je in bos, hei, wei of akker niet tegenkomt. En niet zo weinig. De bebouwde kom, mits niet totaal gesteriliseerd, is voor de biodiversiteit heel belangrijk, levert een zeer grote, wezenlijke bijdrage aan de biodiversiteit. Dat laatste staat ook wel in de nota, maar in het bijgevoegde ‘Biodiversiteitsrapport’ doen stad en directe menselijke woonomgeving niet mee en in de nota zelf wordt concreet ook nauwelijks een plek, plant of dier in de stad genoemd.

klik hier door naar deel 6