Geplaatst

Licht

"Jezus Christus, wat een ramp", zo mekkerde Jozef tegen zijn vrouw.
"De geitenwollensokkentijd is voorbij. We moeten vluchten".
"Zelfs zwangere vrouwen zullen worden afgemaakt".

En zo trokken Jozef en Maria door de donkere nacht, vluchtend voor D day, Q koorts, X mas en verder met letters van het alfabet aangekondigd onheil. De vrieskou veranderde Jozefs lange geitensik in grote ijspegels. Toch zong hij vol verwachting: "Licht dat ons aanstoot in de morgen, licht dat voor ons is opgegaan". In een heilig boek had hij gelezen dat er een Messias was opgestaan, een Christuskind was geboren in het dorp nota bene waar bewoners elkaar eeuwenlang hadden vervloekt als "katholieke geiten" en "protestantse bokken".
"Ik ben de ware wijnstok", had die Messias gezegd. "de boom des Levens. Wie van mij eet zal het Eeuwige Leven bezitten". En dus gingen Jozef en Maria op zoek naar die Levensboom.
"Een oude bok lust nog wel een groen blaadje", zo lachte Maria ondeugend onder haar wit berijpte engelenhaar.

Na een lange reis zagen Jozef en Maria het bordje "Je bent er". Moe maar vol welbehagen gingen ze in een herberg uitrusten. Op de eettafel stonden flessen ‘Messias’ en ‘Christkindl gluhwein". Maar daarnaast lag ook hier het huis aan huis bezorgde bevel van keizer Herobot dat zelfs zwangere vrouwen moesten worden afgemaakt.
"Vreedeplein", zo spelde Maria het straatnaambordje, "maar dit is toch niet bepaald vrede". 
"We moeten zo snel mogelijk die Levensboom vinden", sprak Jozef. "Ja, kijk, die boom zal het zijn, helemaal verlicht. Nog precies zoals tweehonderd jaar geleden toen hier voor het eerst in de geschiedenis een boom werd volgehangen met lichtjes".
"Ja maar die andere bomen hebben ook allemaal lichtjes, alle bomen zijn nu verlicht, zelfs bomen in huis", zo constateerde Maria. "Hoe weten we nu wat de Levensboom is?"
Maar prompt zagen ze op een terrastafeltje een ansichtkaart van een boom met nog veel meer lichtjes. "Daar moeten we heen", zei Jozef die de boom verderop al zag staan. Maar wat een onthutsende constatering daarna: "Dit is geen levende, maar een gekapte boom. Niet de boom van het Eeuwige Leven, maar van de Voortijdige Dood. En die zetten ze dan op een ansichtkaart!".

Nog heviger schrokken ze toen ze ineens hoorden roepen en alarmeren: "de geitenneukers, maak dat je weg komt!" Mannen met O benen en grote slachtmessen kwamen op hen af, dreigender dan ooit de beruchte bokkenrijders: "Jullie zijn de schuld van de Q koorts, de MKZ, de T tering en de te verwachten ellende nog van het hele verdere alfabet".
Met wilde bokkensprongen en schrille angstkreten stoven Jozef en Maria er vandoor:
"Weg. Daar in die donkere hoek. Achter die kraam met beelden en kunstartikelen".
Bibberend van kou en schrik stonden ze even later onzichtbaar in het donker onder drie bomen die hier als enige juist niet verlicht waren.

En toen ging het nog sneeuwen ook. Zo hard dat het lawaai van de auto’s verstomde en zelfs het geraas van de treinen stopte. "Dan dooft het licht", sprak Jozef met een grafstem toen kortsluiting en gebroken hoogspanningskabels ook nog de lichtjes in de bomen deed doven. "Wat een ramp, wat een catastrofe", mekkerde Jozef. Maar over Maria’s angsten en zorgen viel als sneeuw uit de hemel een deken van wonderlijke rust. Ze stak een kaarsje aan en likte vervolgens met haar lange tong lief en teder de ijspegels uit Jozefs sik. En ook voor Jozef was het alsof hij door het stilvallen van al het gebruikelijke lawaai ineens weer de stille hemelse oertonen hoorde, het pastorale lied van de Eeuwige Geitenhoedster dat nooit ophield, resoneerde met zijn hart, zijn adem, het stromen van zijn bloed tot in zijn hoorncellen.
Het was alsof door het uitvallen van al het kunstlicht en alle kunststerren ineens de echte sterren weer zichtbaar werden. Ja, in de betoverende sneeuw beseften ze allebei tegelijkertijd dat deze donkere niet verlichte boomdrie-eenheid de boom was die tweehonderd jaar geleden als enige juist verlicht was, de kerstboom en Christusboom was. Wat waren de tijden veranderd, wat werd er alles aan gedaan nu om de aandacht juist af te leiden.
Huis aan huis staken Jozef en Maria daarom hun bokkenpootjes door de brievenbus om in ieder huis een takje te bezorgen van de Levensboom. En iedereen kreeg daarbij extra veel kracht en sterkte toegewenst in deze barre, bizarre tijden. en extra hartelijke kerstwensen.

Reacties

Eén reactie op “Licht”

  1. […] hand”. “In Gods hand!?”, sneerde Sjef. “Al lopen we dan dit jaar niet op bokkenpootjes (zoals in 2009), we lijken toch wél midden in de hel beland. Ja, moet je dáár zien. Nog veel meer branden. En […]