Geplaatst

We vinden elkaar aardig

Mijn verwachtingen waren hooggespannen, maar uiteindelijk viel het debat op de Fontys Hogeschool voor Journalistiek (FHJ) van vorige week donderdag mij enigszins tegen. Er deden vijf mannen aan mee die het erg gezellig met elkaar hadden. Een echte discussie bleef uit.

Onderwerp van het forum was de relatie tussen de gemeente Tilburg en de lokale journalistiek. Ik deed mijn zegje namens De Tilburgse Koerier en verder deden onder anderen burgemeester Ruud Vreeman en Rob Oostelbos van Brabants Dagblad mee.

Wat er allemaal is gezegd, is waarschijnlijk nog terug te vinden op http://www.nieuwsbedrijf.nl/, dus dat ga ik hier allemaal niet zitten herkauwen. Wat me wel opviel, was de grote eensgezindheid: Vreeman is tevreden over de wijze waarop de lokale pers opereert en Oostelbos en ik zijn weer blij met de manier waarop woordvoerders van de gemeente hun werk doen; voor een discussie de dood in de pot. Ik vind Ruud en Rob aardig, Rob vindt Ruud en mij aardig en Ruud vindt Rob en mij ook aardig. Zoiets. Toen Oostelbos begon over media die uit zijn krant jatten, probeerde ik het nog door te zeggen dat Brabants Dagblad ook een keer iets van mij heeft gepikt. Maar aan die discussie kwam snel een einde. Vreeman maakte nog een geweldige opmerking over Omroep Brabant (‘Dat is een plattelandszender’), maar voor de rest viel er voor de weinige toeschouwers niet veel te genieten. Gezellig was het, dat wel. En de FHJ heeft goed voor haar gasten gezorgd. Maar goed, daar koopt u niets voor.

Na het debat ging ik met andere gasten naar het rokershok. Daar werd ons gevraagd om een kreet op een muur te kalken. Ik moest denken aan een opmerking die Vreeman ooit tegen mij maakte tijdens een interview. We hadden het over de hardheid in de politiek. Vreeman zei toen dat – zolang de fatsoensnormen maar in acht worden genomen – hij geen moeite heeft met een stevig debat. "Politiek is geen ballet", zei hij ter illustratie. Daarom schreef ik daar in het rokershok van de FHJ ‘Journalistiek is geen ballet’ op de muur. En dat meen ik: mijn zelfreflecterend vermogen als journalist is wel zodanig dat ik vind dat ook journalisten stevig op hun daden mogen worden aangesproken.

Onder het genot van een rokertje en een glaasje babbelden we nog even na. Oostelbos verklaarde de ‘gezellige’ sfeer tijdens het debat uit de mentaliteit van de Tilburgers. Volgens hem is die er één van ‘we komen er wel uit’.

Iemand wees op de rol van gespreksleider Frank du Mosch, bekend van onder meer Netwerk. "Een perfecte gespreksleider die geen stilte laat vallen, maar niet goed ingevoerd in de Tilburgse situatie." Ook hoorde ik iemand zeggen dat de cityring aan de orde had moeten komen. In de tijd dat daar veel over geschreven werd, was de gemeente minder blij met de lokale journalistiek, die erg negatief tegenover de invoering van eenrichtingsverkeer op de weg rond het centrum staat. Was dit tijdens het debat aangehaald, dan hadden we wellicht wat meer vuurwerk meegemaakt.

Nu, bijna een week later, moet ik terugdenken aan een opmerking die ik zelf maakte tijdens het debat: "Ik schrijf wat ik wil." Over het algemeen is dat ook zo, maar ik heb als redacteur van De Tilburgse Koerier één incident met de gemeente meegemaakt. Een ambtenaar van de gemeente Tilburg begon dreigende taal uit te slaan toen ik iets wilde publiceren. ‘Hier krijg je problemen mee’, schreef ze in een mail. Ze had flink zitten schrappen in mijn verhaal. Uiteindelijk hebben we een compromis bereikt, maar wat mij betreft was dat eenmalig.

Reacties

Eén reactie op “We vinden elkaar aardig”

  1. Veerle avatar
    Veerle

    Het was ongetwijfeld interessanter geworden als enkele politieke partijen waren uitgenodigd om mee te debatteren…