Geplaatst

Gedichtendag voor de dichter

Vandaag was uw internetcolumnist als dichter op pad en eenmaal thuis vond hij dichters op de mat. Waar internet zoal niet goed voor is… Hedenmiddag, donderdag 27 januari 2005, heb ik van 14.00 tot en met 19.00 uur elk heel uur in de Openbare Bibliotheek te Tilburg een korte performance verzorgd voor toevallige passanten.
Dit in het kader van de Nationale Gedichtendag waaraan ik als dichter/performer een pionierderige bijdrage heb geleverd.

Soms had ik drie toeschouwers, soms vijf en een heel enkele keer kocht een toeschouwer zowaar enkele bundels van me.
Zo gaat dat met toevallige passanten. Maar met inbegrip van halfluisterende biebbezoekers die onderwijl in de DVD-bakken stonden te rommelen, bij het nabijgelegen kopieerapparaat samendromden of zich aandachtig doch uiterst low profile tussen de boekenrekken verschansten, moet ik toch heel wat mensen bereikt hebben die dag. Om nog maar te zwijgen over het personeel dat de ganse dag mijn stemgeluid door het gebouw heeft horen galmen.

De poëzie heeft vandaag weer aardig wat mensen bereikt. Mede dankzij mij. En dat is mooi.
Maar nog mooier was hoe vandaag de poëzie míj bereikte.
Want toen ik thuiskwam lag hij tot mijn grote verrassing in de bus: de CD van ‘Poëzie in Carré’.
Eergisteren had ik hem pas bij fonos.nl besteld en vanavond lag hij al op mijn deurmat.

De uit 1966 stammende lp ‘Poëzie in Carré’ zocht ik al jaren. Veel hoop had ik niet; tweedehandsplatenzaken kopen platen met schrijversstemmen zelden in. Moeilijk plaatsbaar, moeilijk verkoopbaar. Hoogstens vind je in het cabaretbakje een verstoffende Carmiggelt-lp.
Een toevalstreffer op een vlooienmarkt daargelaten was de vindkans dus vrijwel nihil.

Tot ik op het wereldwijde web op Fonos stuitte. Fonos levert op aanvraag CD-kopieën van Nederlandse platen die niet meer in de handel zijn.
Het aanschouwen van de catalogus alleen al is een duizelingwekkende retrotrip. Maar dan er eentje hèbben…en drááien…
Vandaag is het mij overkomen.

Na een bijna twintig jaar durende queeste hoorde ik eindelijk de fonografische registratie van Neerlands eerste grootscheepse poëziemanifestatie ooit.
De gedragen declamaties van Adriaan Roland Holst en Ed. Hoornik, het droogkomische geneuzel van Cees Buddingh’, het wat pieperig aandoende stemgeluid van de alles en iedereen overlevende Simon Vinkenoog en het vrijwel onherkenbare stemgeluid van de verrassend lijzig declamerende debutant Jules Deelder.
En dan natuurlijk Johnny the Selfkicker, die op deze happening definitief doorbrak met zijn jachtige opzwepende bijtende voordracht die ook op deze opname ontaardde in een kakafonie van hysterische keelgeluiden waarbij hij alle irritatiegrenzen met een onwaarschijnlijke zuigerigheid overschreed.

Al websurfend stuitte ik ineens op deze site, die een schier onvindbaar collectors item ineens bereikbaar maakte.

Dat ik deze CD na een dagje poëtisch pionieren op mijn deurmat vond maakte het alleen maar mooier: na een dag poëzie onder de mensen brengen werd de poëzie ook nog eens tot mij gebracht. Zo kwam de cirkel mooi rond vandaag.