Geplaatst

Ach…

Terwijl er in Amsterdam werd gekickbokst, mensen blikken bier naar bussen gooiden, dronken in grachten vielen, hekken omduwden, op bushokjes sprongen, huilden, erg blij of heel erg boos waren, deden wij in Tilburg niet veel bijzonders. We degradeerden, maar verder was het gewoon zondag. Gaap. Onze betaald voetbalclub speelt volgend jaar een treedje lager en niemand vindt dat erg. Berusting? Fout, het is relativering. Tilburgers geloven het wel met dat voetbal. Het is net de monarchie. Leuk, maar verdwijnt het, dan vinden we het ook goed.

Terwijl in het boerse Breda de massahysterie toesloeg na een verborgen kostenpost van een paar miljoen, interesseert de financiële situatie van Willem II ons hier geen barst. Een inzamelingsactie om de tekorten aan te vullen moest worden afgelast. Niet genoeg interesse. Tilburgers relativeren het eigen voetbal de grond in. De enige reden dat we naar het stadion komen is om vast te stellen dat het nog steeds maar een lullig spelletje is. Tijdens de allerlaatste thuiswedstrijd in de Eredivisie – de ‘altijd zwaarbeladen’ derby tegen NAC – zwaaiden mensen lollig met vlaggetjes met daarop de Jupiler stier, beeldmerk van de eerste divisie. Willem II verloor met 0-1 van de ‘aartsrivaal’ maar op de tribune lachten de mensen. Trots droegen ze rode shirts met het symbool van de laagste divisie van het betaalde voetbal.

Volgend jaar promoveren we wel weer. Of niet, ach…