Geplaatst

Hij bleek bananenbier uit een halve kokosnoot te drinken

De nieuwe burgervader werd tijdens zijn (gezellige) inauguratie uitgenodigd om regelmatig naar Café het Buitenbeentje te komen om daar te horen wat het volk zoal bezig houdt. Onze kersverse burgemeester ging er gretig
op in. Hij verzekerde zijn toehoorders “regelmatig het eurrr the luister te zullen leggen bij Café het Boterbeetje”. We voelden geen nattigheid. We geloofden er geen snars van, de burgervader in onze kroeg. En dan zeker ook nog een oor te luister leggen. Ja ja dank je de koekoek.

Maar diezelfde donderdag stopte er een teerzwarte bolide voor de deur. Er stapte een geüniformeerde man uit. Hij opende het portier voor een kleine man met een grote ketting. De man had rode konen. Een beetje ondeugend zag hij er uit. “Hallo luitjes, ik kom hier mijn eurrr te luister leggen!”, riep hij. Zijn ketting rammelde feestelijk. “Mag ik gezellig bij u komen zitten, typische vulksmensen?” de burgervader keek ons olijk aan. Vooruit dan maar. We wilden ook wel eens profiteren van die legendarische, bodemloze declaratiepot. De burgervader zou ons flink gaan fêteren.

De burgemeester bleek bananenbier uit een halve kokosnoot te drinken. De ene na de andere harige nap vloog over tafel. We vonden het knap van burgervader, vooral omdat bananenbier notoir smerig is. De burgervader kreeg steeds rodere konen toen hij riep: “Maar sámenwerken, daar zit’em de crux, mensen. Begrijpt u wel. Met de poten in de modder en het laaghangend fruit plukken met flankerend beleid vanuit een neuzen-alle-kanten op-filosofie! Dusdanig dat alle steekhouders kwik keens benutten vanuit het vermarkten van onze speerpunten. Liesjur-boulevards! Ik herhaal: Lie-sjur-boulevards!!!” Om er dan ook nog achteraan te roepen “Pre-cies! Dáárrr zit’em de crux mensen!”. Ook vroeg hij om het kwartier waar “de bietkelder was”.

De heer Noordanus begon ons bijzonder veel de keel uit te hangen. Helemaal toen hij begon te zingen. Schunnige, vieze liedjes die ik hier niet zal herhalen. Vals bovendien. Echt erg werd het toen hij bij wildvreemde darters aan hun kont begon te zitten. “God moet u eens billenkoek geven, burrrger. We moeten immers allemáál de brukriem aanhalen, niewaar?” Daarna begon hij ongecontroleerd vliegende karatetrappen uit te delen aan niemand in het bijzonder. We kregen hem maar met moeite in zijn agressief glimmende bolide geduwd. De rekening voor al dat bananenbier konden we mooi zelf betalen.

Zo gaat het nu al zestien weken lang. We komen niet van burgemeester Noordanus af. Ondanks verschillende brieven, mails en faxen reageren zijn vrouw en de gemeente niet op onze verzoeken hem uit onze stamkroeg weg te houden. Ergens hoop ik nog dat iemand in zijn nabijheid dit leest en ons verlost van de losgeslagen burgervader.

Ach, het is onze eigen schuld. Dat krijg je er nou van als je een regent uitnodigt. Zo’n man zit niet voor niets in een ivoren toren.