Als je dit leest dan kun je lezen.
Ja, hallo, denk je nu misschien. Allicht kan ik lezen. Wie kan er nou niet lezen?
Nou, je staat er misschien van te kijken, maar er zijn helaas in Nederland nog een heleboel mensen die dat niet kunnen. En dan heb ik het niet over kinderen in groep 1…
Gelukkig kunnen de meeste mensen wél lezen. Oudere mensen hebben het waarschijnlijk geleerd met behulp van het Leesplankje van Hoogeveen.
Het eerste leesplankje van Hoogeveen werd bedacht in 1897, door een onderwijzer, de heer M.B. Hoogeveen uit Deventer (1863-1941). De eerste versie bestond uit twee rijen met in totaal 15 woorden: raam, roos, neef, fik, gat, wiel, deur, zes, juk, schop, voet, bok, bijl, ei, ui.
Er volgde al snel een verbeterde versie, met illustraties die je vast wel kent, gemaakt door de tekenaar Cornelis Jetses (1873-1955). Dat is de aap-noot-mies versie.
De jongeren onder ons die kunnen lezen hebben dat te danken aan de Tilburgse Frater Caesarius Mommers.
Tussen 1958 en 1963 ontwikkelde deze frater een leren-lezen methode die nog altijd volop gebruikt wordt. Heel veel mensen die dit stukje lezen kennen vast nog wel de eerste woordjes van de methode die hij bedacht: boom-roos-vis-vuur-mus-pim. Jaarlijks leren heel veel kinderen in Nederland en Vlaanderen nog lezen met deze methode, die trouwens ‘veilig leren lezen’ heet.
Ik heb zelf ook ‘veilig’ leren lezen (je gaat je toch afvragen of en hoe je dan ‘gevaarlijk’ kunt leren lezen…) en ben dus ook van de boom roos vis vuur mus pim-generatie, al wist ik niet dat die methode door Frater Caesarius Mommers, een Tilburger ook nog, bedacht was. Dat ontdekte ik vorige maand, toen ik het nieuws las dat Frater Caesarius Mommers was overleden. Hij werd 81 jaar.