Geplaatst

Fout

Aram kijkt schichtig om zich heen en laat razendsnel drie rollen drop in zijn jaszak glijden.
Rashid zet grote ogen op. Mark fluit zachtjes, maar Aram sist: ‘Doe normaal! Of moeten we soms gepakt worden?’
‘We?’ zegt Rashid met opgetrokken wenkbrauwen. Aram draait zich om en loopt met een vierde rol drop naar de kassa. Met een uitgestreken smoel rekent hij zestig cent af en Rashid en Mark kunnen hun lachen maar moeilijk bedwingen als ze achter Aram aan de supermarkt uit rennen.Zo’n stoere vriend als Aram hebben ze nog nooit gehad. Ze boffen maar dat hij bij hun in de klas is gekomen en dat hij hun heeft uitgekozen om mee op te trekken. Bij Aram vergeleken zijn de andere kinderen uit hun klas kleuters. Aram is een kop groter dan de meesten, hij draagt hiphopbroeken en de sportschoenen waar Mark thuis ook om gevraagd heeft. Helaas kregen zijn ouders een lachstuip toen ze de prijskaartjes zagen en toen hij die geweldige broek in de winkel aanpaste kwamen ze helemaal niet meer bij.
‘Loop nog eens een stukje. Hi hi. Of je een volle luier draagt!’ Binnen de kortste keren stond iedereen in die winkel hem uit te lachen. Nee, dan Aram. Zijn ouders geven hem gewoon hun pinpas met code mee als hij iets wil kopen en gaan niet stom staan hinniken als hij een broek past.

‘Laat eens zien,’ roept Rashid opgewonden zo gauw ze buiten staan.
‘Je doet alsof je nog nooit wat gejat hebt,’ sneert Aram, en Rashid antwoordt verontwaardigd: ‘Natuurlijk niet! Je mag niet stelen.’
Aram diept het snoepgoed op en houdt Rashid een rol drop voor. ‘Dan wil je deze zeker niet,’ zegt hij.
Rashid aarzelt heel even: ‘Nee.’
Aram lacht een geniepig lachje. ‘Het is anders wel van arabische gom. Wil je het dan nog niet?’
Rashid knippert verbaasd met zijn ogen en kijkt Mark aan. Mark richt zijn ogen naar de grond en zegt niks.
‘Nee,’ herhaalt Rashid dan scherp.
Met een schamper lachje geeft Aram de rol aan Mark. ‘Des te meer is er voor ons,’ zegt hij, en voordat Mark kan nadenken sluiten zijn vingers zich al om de rol.
Weer kijkt Rashid hem aan. Vragend. Teleurgesteld. Zijn ogen worden dof en zijn gezicht verstrakt als Mark blijft zwijgen. Dan draait hij zich om en loopt weg.
‘Ga maar gauw klikken, heilig boontje,’ brult Aram tegen zijn stramme rug, maar Rashid reageert niet.
Mark wil achter hem aan, maar Aram grijpt zijn bovenarm en bijt hem toe: ‘Als die vuile verrader er iets over zegt dan is hij nog niet jarig.’
‘Hij is helemaal geen vuile verrader,’ zegt Mark. Hij rukt zich los maar blijft naast Aram staan terwijl Rashid steeds kleiner wordt en dan om de hoek verdwijnt. Hij klemt zich vast aan zijn rol drop, terwijl Aram grimmig zegt: ‘We zullen zien.’
Dan lacht hij triomfantelijk en plukt wat repen chocola uit zijn andere jaszak.
Marks mond valt open. ‘Dat had ik niet eens gezien,’ zegt hij.
‘Nee.’ Er speelt een superieur lachje om Arams mond.
‘Ga je mee naar de stad?’ vraagt hij dan. Hij trekt een pinpas uit zijn binnenzak en zwaait er triomfantelijk mee.
‘Naar de stad? Ik moet naar huis. Eten.’
‘We eten wel een frietje in de stad. Ik heb geld.’
Mark wil zeggen dat hij dat niet mag, maar het lukt hem om net op tijd zijn mond te houden.
‘Ik eet al zo vaak friet,’ zegt hij stoer.

‘Misselijk?’ vraagt zijn moeder ‘s avonds als ze aan tafel zitten en Mark meer met zijn eten zit te spelen dan dat hij eet. ‘Hoe komt dat?’
‘Weet ik niet.’
‘Gesnoept?’
‘Een paar dropjes.’
‘Een paar is twee. Daar word je toch niet misselijk van?’
Mark haalt zijn schouders op.
‘Geen flauwekul. Je eet gewoon je eten op,’ zegt zijn vader. ‘Zo’n stoere bink, die laat zich toch niet kisten door twee dropjes. En laat ik er niet achter komen dat het meer dan twee dropjes waren.’
Met tegenzin pakt Mark zijn vork.
‘Hoe is het met die nieuwe jongen, die Aram?’ vraagt zijn moeder.
Mark voelt hoe zijn wangen beginnen te branden. Snel neemt hij een hap, al heeft hij nog altijd geen honger. Maar met volle mond kan hij niet praten.
Hij is echt een beetje misselijk. Maar de reep chocola die Aram hem gegeven heeft zit nog in zijn jaszak. De rol drop ook. Hij heeft echt maar twee dropjes gegeten.
‘Vuile verrader,’ speelt het door zijn hoofd. Maar dat gaat niet over Rashid. Rashid deugt. En Aram is een stomme opschepper en een dief.
En wie is er dan een vuile verrader…?
Mark legt zijn vork neer.
‘Mag ik zo nog even naar Rashid?’ vraagt hij.