Geplaatst

De organisatie van de hebzucht – 1

Hebzucht is van alle tijden, en huist in iedereen. In het bedrijfsleven, op de beursvloer en in de bankenwereld maakte ze zich de afgelopen jaren zichtbaar van velen meester.

Vooral de mensen in de top waren getriggerd door de uitdaging om de grenzen van het financiële speelveld op te zoeken. Why do mountaineers climb mountains? Ze zijn er, mountaineers, het zit in de menselijke natuur om grenzen op te zoeken. Zo ook is het voor speculanten en investment bankers een kick om tot het randje van financiële risico’s te gaan en daarmee weg te komen. Het is zaak de hebzucht goed te organiseren. Maar hoe?

Dat hebzucht en egoïsme goed zijn voor het draaien van de economie is niets nieuws. De Rotterdamse essayist Bernard Mandeville verkondigde het al aan het begin van de 18e eeuw in zijn Fable of the Bees. Ook de founding father van de economische wetenschap, de Schotse filosoof en theoloog Adam Smith, benadrukte in The Wealth of Nations dat de economie het best functioneerde wanneer het nastreven van eigenbelang boven dat van de marktwerking stond.

Maar, vergeten wordt vaak dat diezelfde Mandeville en Smith duidelijke kaders aan hebzucht gaven, anders zou het fout gaan. Mandeville voegt aan zijn uitspraken toe, dat "So vice is beneficial found, When it’ is by Justice lopt, and bound", en hij benadrukt de "Curb of the Government". Adam Smith stelt in zijn Theory of Moral Sentiments dat markten en kapitaal goed werk verrichten, maar dat ze steun vereisen van waarden anders dan winststreven en beperking en correctie nodig hebben door instituties zoals financiële reguleringen om instabiliteit, ongelijkheid en onrechtvaardigheid te voorkomen.

Het Angelsaksische model met de bonuscultuur heeft lange tijd het individualisme en het nemen van grote risico’s gestimuleerd. De code-Tabaksblat zorgde ervoor dat er een te sterk accent kwam op de aandeelhouderscreatie. Winst op korte termijn stond centraal. Bankiers en topbestuurders werden gedreven tot het nemen van grote risico’s, zoals oud Philips-topman Cor Boonstra. Zelfs als het mis ging kregen de verantwoordelijken in de top een exorbitant hoge beloning. Jan Bennink van Numico ging er bij verkoop van het bedrijf aan het Franse Danone met 80 miljoen vandoor. Is dat rechtvaardig? Hij had ook een kleiner bedrijf kunnen opkopen. Het lijkt er op dat het er niet toe doet hoe goed je bent, maar waar je mee weg kunt komen. Een leven voorbij de schaamte.

Sylvester Eijffinger,
in samenspraak met Annemarie Hinten.

Eerder verschenen in Asset Magazine 31-07-2008