Geplaatst

Surfers Paradise

Beste lezer, verlies uw tijd niet met de lectuur van dit stukje, maar begin onverwijld een studie in het kerkelijk recht. Persoonlijk beveel ik Leuven aan, waar ik u met paternalistisch genoegen zal onderwijzen. Dinsdag hervatten de colleges. Haast u. Want er zijn weinig canonisten, en het volk smacht naar kerkelijk recht. Kerkjuristen zijn, ook zonder echt te schitteren, overal hartelijk welkom, en dit dankzij de onvolprezen wetten van de vrije markt.

Zo gaf ik vorige week enkele lezingen in Surfers Paradise, Queensland, Australië. Surfers Paradise: die naam staat natuurlijk voor academische uitmuntendheid, toelichting overbodig. Wil Oxford nog wel eens een taverne zijn en Cambridge een wassalon, niet zo Surfers Paradise, waar het geestelijk leven triomfeert vanaf het ogenblik dat kerkjuristen het strandhotel veroveren.

Eigenlijk is Surfers Paradise een ideale plaats om over kerkstructuren na te denken. In Europa gebeurt dat al te vaak in zogenaamde bezinningscentra, waar het meubilair ijskoud onze Westerse cultuur verloochent en de deelnemers zich in openhartige groepsgesprekken uitputten in het zoeken naar tekenen van hoop in de goddeloze tijden die de onze zijn. Nu is de hoop de christelijke deugd die mij het liefst is. Maar telkens weer dat montere zoeken, dwangmatig, zoals een varkentje op truffeljacht: het maakt heel moe. Waar hoop echt aanwezig is, verspert ze de weg lang vooraleer je haar begint te zoeken.

In Australië lijkt er meer hoop, omdat er meer ruimte is. Alhoewel, alhoewel. Ik ga misschien wat vlug. Ik betrap mij – omdat het gras elders altijd groener is – op volgende slordige gedachte. Waar weinig ruimte is, zijn de ideeën eng. Veel ruimte daarentegen staat voor open denken. Of anders uitgedrukt: bekrompen Nederland, ruimdenkend Australië. Denk ik dus even. Stom natuurlijk. Want ruimte kan ook tot de afwezigheid van ideeën leiden. Ruimte om niet te hoeven denken. De medemens die zich vergist woont in Australië doorgaans ver weg. Verleden en geschiedenis zijn nauwelijks zichtbaar. Op Fraser Island (zand, regenwoud, walvissen voor de kust, verborgen meren) bestaat het verleden alleen uit het enkele decennia geleden aangespoelde scheepswrak van de Makeno. De geschiedenis is er niet meer dan een beetje lieflijk gekoesterd roest aan de rand van het paradijs. Genoeg om van te genieten, te weinig om onder gebukt te gaan. Geen donker en drukkend verleden, ondanks alles de grote charme van Europa, een verleden dat tegelijk bron is van verdriet, van verlamming, van verandering.

Ruimte heeft dus iets dubbels. Ze kan tot open ideeën leiden, maar ook tot de afwezigheid van elke gedachte. Soms is dat hetzelfde. Want wat ik in Australië niet hoorde of zag, wat ik niet merkte en waar ik niet aan dacht, heeft mij veel intellectueel genoegen geschonken.

Vier dagen met honderd professionele kerkjuristen van de Canon Law Society of Australia and New Zealand leidden tot stimulerende gesprekken over ons onvolprezen vak. Maar gek, besefte ik achteraf pas, geen woord over de paus. Niemand verheerlijkte de eerste burger van Vaticaanstad, niemand kraakte hem af. In Surfers Paradise was de Heilige Vader ver weg. Dat is in Nederland vaak anders. Daar hebben tallozen de paus broodnodig om hen te bevestigen in hun geloof of te sterken in hun ongeloof. Surfers Paradise daarentegen biedt de paus genoeg ruimte om buiten beeld te blijven.

Maar ook de bisschoppen vielen op door een aangename onopvallendheid. Er waren er tijdens het colloquium een vijftal continu aanwezig. Allemaal als kerkjuristen gewone deelnemers aan de bijeenkomst. In Surfers Paradise zagen zij er niet paars uit, maar gezond. Soms viel een bisschop pas aan de bar, bij het drinken van een derde Victoria Bitter, door de mand en diende hij algehele bekentenissen af te leggen aangaande zijn bisschoppelijk merkteken, waar hij zichtbaar niet onder leed. Een ander bisschop bleek geboren te zijn in Drongen. Zijn Nederlands was nog steeds voortreffelijk, Australië had alleen zijn Oost-Vlaamse tongval weggezuiverd. Hij heette Luc, zoals de bisschop van Gent. Een mooie naam voor een bisschop.

Afwezige pausen, onzichtbare bisschoppen, vederlichte gedachten op de rand van het niets. Katholieker en frivoler dan in augustus verlaat ik Brisbane Airport. Voor twee nachtvluchten naar Nederland.

In Nederland: nachtvluchten. Veel lawaai, weinig ruimte. De premier gaat over kop. Vangrails overal. Denken als vanouds.

Rik Torfs