Geplaatst

Overpijnzingen bij een pasfoto

Voor mij ligt mijn nieuwe pasfoto. Onwillekeurig moet ik er steeds weer naar kijken. Omdat ik het niet ben. De man op die foto lijkt dan wel op mij, hij is het beslist niet. Want de bril ontbreekt en zonder dat hulpmiddel waag ik me de straat niet op. Laat staan dat ik me zo zou laten fotograferen.

Dit is de mystificatie die ik er zelf graag aan geef. Ik ben het natuurlijk wel. Alleen wilde de juffrouw in de fotowinkel niet het risico nemen om me met bril vast te leggen. Te veel weerkaatsing door het montuur, legde ze uit. En daardoor te veel kans dat de dienstdoende ambtenaar het resultaat niet paspoortwaardig zou bevinden. Even later schoof ze mijn brilloze afbeelding onder een sjabloon. Zo moest het kunnen, dacht ze. Vijf minuten later liep ik met achterlating van € 9,95 de winkel uit. In het bezit van een pasfoto van een onbekend manspersoon, dat mijn overhemd draagt en kennelijk ook geen zin had om zich te scheren.

De fotografe kan er niets aan doen. Evenmin de ambtenaar van de burgerlijke stand, die mijn foto onder hetzelfde sjabloon legde en durfde goedkeuren. Bij mij roept het een reeks van surrealistische connotaties op. Het verhaal ken ik wel. Dat paspoort moet veiliger om de kans op diefstal en het misbruik door lieden met terroristische aspiraties te beperken. Nederland tegen terrorisme, u weet het. Daarom blijven uw en mijn telefoongesprekken, internetgebruik en e-mailverkeer nog lang bewaard. Allemaal voor onze veiligheid.

Toch begint het me steeds meer tegen te staan. Eén van de wezenskenmerken van terrorisme is het onverwachte karakter. Je weet dat er iets kan gebeuren, maar niet waar, wanneer of hoe. Die dreiging is van alle tijden en globaal. Natuurlijk moeten we ons daartegen beschermen, maar we moeten er evengoed mee leren leven. Het gevaar is reëel, maar statistisch zo klein dat we er niet te veel bij moeten stilstaan. En liever ruimte maken voor nuchtere reflectie. Geen terrorist laat zich door paspoortfoto’s of internetpolitie weerhouden. Beter is het door nadenken, dialoog en debat de voedingsbodem voor terrorisme te beperken. Dat is uitgaan van eigen kracht en inspelen op onze tradities.

Bangmakerij helpt niet. Schending van mensenrechten en privacy evenmin. Het tegengestelde van terrorisme is de rechtstaat die de fundamentele vrijheden van zijn inwoners in de grondwet verankert en beschermt. Niet een samenleving die mensen angst aanjaagt, ze inblaast dat het gevaar op de loer ligt en daarin rechtvaardiging vindt om met zevenmijlslaarzen door het privédomein te banjeren. Dan baart de muis een olifant en groeit een maatschappij die zichzelf niet meer herkent. Het is een veeg teken, die pasfoto.

Hans Morssinkhof

Reacties

4 reacties op “Overpijnzingen bij een pasfoto”

  1. Manuel Godefrooy avatar
    Manuel Godefrooy

    een minstens zo veeg teken (opmerking in je laatste zinnen) van een maatschappij die zichzelf niet meer herkent, is ook het niet plaatsen van reakties, als je onder je 'column' aangeeft, dat je graag hebt dat mensen reageren … zo heb je gemakkelijk het laatste woord, iedereen is het met me eens, want niemand sputtert tegen … jij hebt zeker ook geen bezwaar tegen de nieuwe europese grondwet (what's in a name?), dat dacht ik al.

  2. Manuel Godefrooy avatar
    Manuel Godefrooy

    terror is me

    hoe graag ook ik "over pijn zingen" wil, peinzend over een pasfoto gebogen kan ik me zoiets niet voorstellen – dit lijkt me taalterrorisme van binnenuit (aangezien terrorisme het nieuwe schrikdraad is, wil ik er m'n boodschap wel mee omheinen), geinig, h

  3. Manuel Godefrooy avatar
    Manuel Godefrooy

    hoe graag ook ik "over pijn zingen" wil, peinzend over een pasfoto gebogen kan ik me zoiets niet voorstellen – dit lijkt me taalterrorisme van binnenuit (aangezien terrorisme het nieuwe schrikdraad is, wil ik er m'n boodschap wel mee omheinen), geinig, h

  4. henk avatar
    henk

    Alleen al dat woord "overpijnzingen" is extra overpeinzingen waard. De inhoud die het hier krijgt is inderdaad "overpijnzingen". En wie weet wordt het straks nog "over pijn zingen".