Mijn eerste “boekenkast” was een rood Tomado-rekje, hoe groot, vijftig centimeter? Als jongetje las ik graag Toon Kortooms (‘Beekman en Beekman’). Mijn ouders hadden haast geen boeken, maar mijn moeder stimuleerde wel de nieuwsgierigheid van mijn broer en mij. Zo ontvingen wij ieder om de zoveel tijd een nummer van het encyclopedietje van de Geïllustreerde Pers. Geen beter begin dan zoiets. En wij verorberden ook de Donald Duck en de Pep – en moeder las de Margriet. Haast geen boeken, zei ik, maar nu schieten me nog meer titels te binnen: ‘Nu vertel ik alles’ van keizerin Soraya (mémoires, nou ja, van de vrouw van de Sjah van Perzië), ‘Eeuwig zingen de bossen’ (later verfilmd met Gert Fröbe) en ‘Désirée’ van Annemarie Selinko (vie romancée over de minnares van Napoleon; verfilmd met Marlon Brando en Jean Simmons).
Mijn oudere broer, die altijd veel meer te makken had dan ik, kocht strips (Akim, Tarzan, Suske en Wiske, Dan Cooper, Rik Ringers, Blake en Mortimer) en singletjes (Bee Gees, Beatles, R.D. Taylor, etcetera). En hij bezat de hele Jules Verne-reeks. Die heb ik verslonden, heerlijk, ik probeer de serie trouwens weer compleet te krijgen. Waar ik ook verrukt van was: de Walt Disney-serie ‘Wonderen der… mensheid, natuur, evolutie’. In dit laatste boek stond een grote foto van de studeerkamer van Charles Darwin, vol boeken en potten met preparaten, daar kon ik me helemaal in verliezen.
Ik zat op de Canisius-MULO, Korvelseweg, 1967-1971, kortweg de tijd van Batman – en Monkeesplaatjes, van mijn favoriete tv-serie The Avengers, en later van de betere popmuziek (de magie van lp-hoezen). Mijn haar werd steeds langer. En ik werd ontmaagd, 17 jaar oud. Daar zorgde Karin S. voor, in een zucht was het gepiept. Dat ik dit erbij vertel, heeft te maken met een pocket die ze van mij leende: ‘Edgar Allan Poe. Verhalen van mysterie en fantasie’. Het boekje ligt nu voor me (ja, ik heb het teruggekregen). Dit is in feite mijn eerste literaire boek. Nog lang daarna spookte een titel van een verhaal door mijn hoofd dat ik zou moeten schrijven: ‘Edgar Allan Poe en mijn ontmaagding’
Mijn boekenkast. Beter: een van mijn boekenkasten, want zowel de gang als de voorkamer als de grote kamer herbergen ook boeken (daarover dadelijk meer). Nog anders gezegd: het is een aaneenschakeling van diverse kasten. De linkerkast (links op de foto) die in het begin van de gang staat is gevuld met (ontdekkings)reisboeken, kunstgeschiedenis en boeken over binnenlandse en buitenlandse musea.
Hoekje om en we zien nog meer kunstgeschiedenis, nu vooral op naam. Zo draagt de middelste plank mijn collectie Van Gogh, Rembrandt en Vermeer. Daaronder twee planken cultuurhistorie en op de grond boeken over ons koloniale verleden, met name over de VOC en de WIC. Bijna vergeten, helemaal bovenop liggen (vanwege de grootte) de eerste geschiedenisboeken, over archeologie, Egypte, Griekenland. Dat zet zich min of meer chronologisch door in de middelste kast, waarop aansluitend werken over landen, steden (veel over Parijs, Londen, Berlijn, New York). Onderin vanwege de ruimte grotere boeken over geschiedenis, waaronder atlassen en naslagwerken.
Dan de vier kasten tegen de buitenmuur (achter mijn rug). Bovenop Nederlandse literatuur voor 1900, literatuurgeschiedenis en tijdschriften. Daaronder vanaf linksboven (Gerrit Achterberg, secundair) naar tweede kast rechtsonder (Joost Zwagerman) de Nederlandse literatuur. Met opvallend weinig fictie, want dat lees ik nauwelijks. Dus veel essays en biografieën. Goed vertegenwoordigd zijn: Achterberg, Martin van Amerongen, Boudewijn Büch, Anne Frank, Jacques Gans, Maarten ’t Hart, Henk Hofland, Rudy Kousbroek, Gerrit Komrij, Multatuli, Harry Mulisch, Ethel Portnoy, Gerard Reve, Simon Vestdijk, Simon Vinkenoog.
De derde kast bevat vier planken Nederlandse poëzie (waarvan de laatste gevuld met bloemlezingen), daaronder de buitenlandse dichters, met name enkele van mijn favoriete: Konstantin Kavafis, Wislawa Szymborska, Sylvia Plath. Echter geen Franse poëzie, waarover zo dadelijk meer.
Laatste kast rechts, eerste twee planken een verzameling boeken over boeken, met onder meer het werk van Jacques den Haan (wie kent hem nog?). Vervolgens drie planken natuurhistorie, met uiteraard veel van en over Darwin (daar is hij weer!). Helemaal onder grotere boeken en tijdschriften over de Nederlandse letteren.
Zoals gezegd staat in de gang een tweede kast. Deze is gevuld met mijn collectie funeralia, zoals boeken over kerkhoven en begraafplaatsen.
En in de voorkamer links en rechts eveneens kasten reikend tot aan het plafond. Links bevinden zich een stalen kast met knipsels, de Brabantica en Tilburgia (boeken en knipsels) en aan de rechterzijde de Nederlandse geschiedenis, met helemaal boven de Tweede Wereldoorlog van Lou de Jong en helemaal onder ingebonden jaargangen Openbaar Kunstbezit.
Andere muur rechts de buitenlandse literatuur, met veel van en over Lewis Carroll, Samuel Pepys, Henry Miller, Edgar Allan Poe (daar is hij weer!), Susan Sontag, Rimbaud, Baudelaire (aha, de Franse dichters), Goethe, Kafka, Giacomo Casanova, Umberto Eco en Fernando Pessoa (dus hier de grote Portugese dichter).
Tenslotte is er in de grote kamer nog plaats – in een mooie kast met fijngeslepen glas, letterlijk op straat gekregen van twee meisjes die zelfs het meubel vanaf de Noordstraat naar mijn appartement droegen – voor de Katholieke Encycopedie (25 delen, 1955, met supplement uit 1966), filosofie en sexualiteit, en mijn nog prille collectie leporello’s.
Reacties
7 reacties op “De boekenkast van… Cees van Raak”
TilburgZ houdt zich aanbevolen voor het (korte) verhaal ‘Edgar Allan Poe en mijn ontmaagding’
"In een vloek en een zucht" naar Cees van Raak….
Ik dacht eigenlijk dat je wel door je zus ontmaagd zou zijn.
Of beschrijf je in dit filmpje een voorval van na je 17e?
"in mijn poëzie ben ik op reis door mijn eigen hoofd".
Had ik maar zo'n zus.
Met zo'n boekenoceaan om je heen (ik mocht ze eens aanschouwen tijdens een interviewtje voor de buurtkrant; imposant) is het niet raar, dat je weinig tijd had om het nacthburgemeesterschap indrukwekkend in te vullen Cees! En hoe ziet de optrekjes van je ex-collega Bram Govers eruit? Ik kon woe. j.l. in elk geval de Burg. Jansenstraat 2A niet vinden, dus blijf onwetend en nieuws-gierig…
Schóón fillumke uit de ouwe doos, Tom. Die Niels is nu wel ff mooi Master! Fantastisch stukske gebeatbox uit de losse pols bij de Fakkels-afterburner giestur!
'En eeuwig zingen de bossen', een al even poëtische titel als het vervolg er op 'Winden waaien om de rotsen'.
Van de films kan ik mij bijna niets meer herinneren, maar deze titels hebben zich net zozeer in mijn geheugen verankerd als
'O Kersnacht, schoner dan de dagen.
Hoe kan Herodes het licht verdragen.
Dat in uw duisternisse blinkt'.
En natuurlijk
'O krinklend, winklend waterding.
Met Uw zwarten kabotseken aan.
Wat zien ik toch geren uw kopke flink.
Al schrijvend over 't water gaan'.