Geplaatst

Sprookje

Hoofdstuk Een

Er was eens een jongentje. Men noemde hem Atje. Zo ja: Atje, die kon toch niet lezen of schrijven, zelfs zijn eigen naam niet, want die ziet er zo maf uit. Dacht men. Inderdaad, Atje had een wel erg raar scheef kopje, daar zou je toch geen cent voor geven. Maar ergens anders in het land dacht men er juist niet zo over. 

Atje wilde de wijde wereld in, en daarom ontsnapte hij, en daarom solliciteerde hij bij het circus, want een circus komt overal. De directeur van het circus heette Paultje het Varkentje, want hij had een dikke kop, en hij kwam overal binnen met zijn vette lach. En Paultje zag Atje wel zitten, hij vet, Atje mager, hij grote bek, Atje hakkelde maar wat. Het werd een enorm succes, een nieuwe Dikke en Dunne, leek het wel, maar dan anders. Atje verdiende er veel centjes mee. En Atje wilde nog verder de wijde wereld in.

Hoofdstuk Twee

En zo trok Atje naar het diepe zuiden. Daar lag een stad, wel tweehonderd jaar oud, en die heette simpelweg T, en T kende een B en W. Atje klopte aan, zei ‘Uh, ik bien Atje’, en hij toverde zijn zak vol centjes tevoorschijn. Haha, riepen B en W in T, dat vonden ze leuk gedaan, want ze hielden van cultuur en toevallig hadden ze een oude schuur. En zo mocht maffe Atje gaan timmeren en metselen en rekeningen schrijven. Nee, natuurlijk niet zelf, dat werd allemaal voor hem gedaan. B en W riepen: ‘schiet op ermee, want we hebben het ons volk beloofd.’ Nog harder werd er getimmerd en gemetseld, nog meer rekeningen geschreven. Dat liep niet goed zo. ‘Oeps’, zei Atje. Ja, dat moet je dan ook maar niet aan zo’n sulletje overlaten. Hier moest iemand voor boeten. Atje natuurlijk niet, dat reken je zo’n manneke niet aan. Die van de Tegenpartij, Loesje Poes en Hansje Kater, scherpten hun venijnige nagels alvast aan. Wethouder Hugo van Cultuur, die slim was en hart voor de zaak had, hield de eer aan zichzelf, hij nam voor altijd afscheid. Hoe erg ook. Zo gaat dat in sprookjes. Atje kon doorgaan. En dat doet hij nog steeds. En hij kan nu ook fluiten.  

Hoofdstuk Drie

Er was eens een grote stad, een stad op palen. Daar geloofde men ook in toveren, want men wilde er een treintje onder door laten rijden. Maar dat is een ander sprookje.

Reacties

4 reacties op “Sprookje”

  1. hein van der schoot avatar
    hein van der schoot

    Gelukkig loopt het Atje-Theater nu op rolletjes. Dat de verbouwing wat duurder is uitgevallen dan verwacht, daar moet je niet moeilijk over doen. Daar was een goede reden voor. Er was namelijk een afspraak met zakenpartner Endemol om in januari een show op te nemen met dieren die kunstjes doen. Dan is het toch logisch dat je niet op 'n paar centen kijkt en alles op alles zet om je zaakjes op orde te hebben! En het is gelukt! Lof dus voor Hugo en B en W te T.

    Wat ook wel eens mag worden gezegd: het is mede aan Hugo te danken dat onze stad tegenwoordig zo geweldig op de kaart staat als T! Wat een vondst h

  2. henk avatar
    henk

    Deze verhelderende toevoeging verdient een T-kuukske.

  3. henk avatar
    henk

    En zo kan dus narigheid toch ook weer tot iets moois leiden: een nieuw boek straks 'Tilburgse sprookjes'! Ik zou zeggen: de twee eerste exemplaar voor de inspirators Hugo en Adje.

  4. repelsteeltje avatar
    repelsteeltje

    Cees, ik vind het geen leuk sprookje, maar dat komt misschien omdat het niet helemaal verzonnen is?
    Het hoort meer bij de afdeling tragische geschiedenissen denk ik!