Geplaatst

HET LEED DAT … 6 – GASTCOLUMNIST ALARD GOVERS

In 2007 heeft Alard Govers een column geschreven met als titel DE VERKIEZING TOT STADSDICHTER: VERSOEPELEN OF MODERNISEREN? Govers stelt daarin vast dat er alle reden is de procedure die gevolgd wordt bij de benoeming van de stadsdichter, te veranderen. Ik laat de column hier volgen, met toestemming van de schrijver. Ook heb ik Alard Govers gevraagd een nieuwe tekst te schrijven waarin hij uitlegt wat er zou moeten gebeuren als gekozen zou worden voor MODERNISEREN van de procedure.

STADSDICHTER 2009-2011 VERSOEPELEN OF MODERNISEREN?

De nieuwe Tilburgse Stadsdichter is bekend. De onafhankelijke commissie koppelde onlangs competentie en wijsheid aan ‘ambtelijke’ criteria. De keuze van de adviescommissie is onomstreden. Van een soepele ontslagregeling hoeft wat mij betreft dan ook geen sprake te zijn…

Wel verbaas ik mij over de procedure om tot de keuze van een stadsdichter te komen: een sollicitatieprocedure, waarbij kandidaten worden uitgenodigd zich in de bescheiden showroom van de commissie te etaleren als literair vermogend, woonachtig in Tilburg, bewezen publicist, met aangetoonde kennis van en/of liefde voor Tilburg en zijn geschiedenis en "overeenkomstig de Tilburgse volksaard in het bezit van een flinke dosis spontaniteit, humor en relativeringsvermogen".

Mogelijk nog meer verbazing wekt het feit dat de onafhankelijke commissie zich deze procedure heeft laten aanleunen.
Eén van de commissieleden voerde aan dat een sollicitatieprocedure ook onbekende en/of jonge, beginnende dichters de mogelijkheid zou bieden om de schijnwerper op zich gericht te krijgen.
Een sympathiek argument, maar gezien de eerder genoemde criteria, niet valide. Immers, het criterium "reeds werk gepubliceerd hebben of reeds met werk hebben opgetreden" zou toch al voldoende garant moeten staan om in het blikveld van de commissie te geraken? Met andere woorden: een sollicitatieprocedure tast ook de van de adviescommissie zelf aan.

Gênant vind ik het fenomeen dat tenminste drie Tilburgse dichters, met bewezen en alom gewaardeerde literaire kwaliteiten, met ‘aangetoonde kennis van en liefde voor Tilburg’ en ‘in het bezit van een flinke dosis spontaniteit, humor en relativeringsvermogen’ – de mate waarin is hier niet opportuun; ik stel immers niet de uiteindelijke keuze van de commissie ter discussie – voor een derde keer voor de sollicitatiecommissie hebben moeten verschijnen.
Nijmeegs stadsdichter Victor Vroomkoning laat hierover geen enkel misverstand bestaan: "Het stadsdichterschap is een uitverkiezing. De desbetreffende moet een man zijn die zijn sporen heeft verdiend, een oeuvre op zijn naam heeft. Een open sollicitatie is vernederend voor de kandidaten. Bovendien riskant want stel dat de beste kandidaten niet solliciteren, dan zit je opgescheept met een situatie zoals voorheen in Nijmegen. (…) De benoemingscommissie moet streven naar de aanstelling van de beste, niet naar de aanstelling van degene die (het beste) solliciteert."

Huidig stadsdichter Nick J. Swarth drukt zich wat voorzichtiger en, in ieder geval geslachtelijk, minder vooringenomen uit: "Zolang de ‘vox populi’ buiten schot blijft, maakt de procedure me weinig uit. Het solliciteren leek aanvankelijk de oplossing die garandeerde dat ook niet gekende dichters en verborgen talenten een kans zouden krijgen. Na drie edities kun je stellen dat de ongekende dichter gewoonlijk niet voor niets ongekend is. (…) De functie zou meer het karakter van een erebaan krijgen als de commissie zelf iemand aanzoekt".
Swarth ligt meer op het hart: "Haal de procedure weg uit de zomermaanden. Nu duurt hij maar liefst vier maanden. (…) De hele procedure valt met de helft te bekorten als de aanstellingsdatum verschuift naar de ‘dag van het gedicht’, de Boekenweek of elk ander moment in het actieve seizoen. Daarmee zou je ook meer recht doen aan de zittende stadsdichter."

Als ik hoofd voorlichting zou zijn geweest van de nieuwe stadsdichter, zou ik in de aanloop naar de verkiezing hem de volgende diplomatieke woorden in de mond hebben kunnen leggen: "Ik heb ook weinig problemen met de procedure. (…) Good old Victor Vroomkoning heeft deels gelijk. Al is de ambtelijkheid van de functie maar een technische truc om de boel enige formaliteit mee te geven. Tenminste, ik heb noch Jace noch Nick ooit als ambtenaar beschouwd. Afijn, van mij dus geen tirades of andersoortige wilde woordbewegingen".
Na zijn uitverkiezing zou ik direct eervol ontslag hebben genomen met de verzuchting: "En vanaf nu enkel nog wilde woordbewegingen!".
Afgezien van het feit dat volgens Vroomkoning de stadsdichter een man zou moeten zijn (sic! een dichter verschrijve zich niet!), lijken zijn argumenten meer dan opportuun om in 2009 niet zozeer de sollicitatieregels te versoepelen, maar eerder om deze te dereguleren en te moderniseren. Geheel in de geest van deze tijd en in harmonie met de huidige politieke conjunctuur.
Daarmee zou de onafhankelijke commissie meer recht doen aan haar eigen competentie én aan een eervolle uitoefening van het stadsdichterschap.

Ik kijk vanaf augustus reikhalzend uit naar de eerste presentatie van Tilburgs Stadsdichter 2007-2009, Frank van Pamelen…!

Documentatie: Regeling stadsdichter Nijmegen 2006-2008

ALARD GOVERS      Tilburg, 23-06-2007

Alle berichten van deze auteur

Reacties

3 reacties op “HET LEED DAT … 6 – GASTCOLUMNIST ALARD GOVERS”

  1. Alard Govers avatar
    Alard Govers

    Ik weet het, een goed verstaander heeft soms zelfs geen enkel woord nodig. Wellicht dat daarom het woord 'competentie' in de virtuele woordenstroom is weggevalllen.
    Voor al die goede verstaanders dan hier alsnog de bevestiging.
    Het moest dus zijn: "Met andere woorden: een sollicitatieprocedure tast ook de competentie van de adviescommissie zelf aan."

  2. Alard Grovers avatar
    Alard Grovers

    Oh ja… uiteraard ben ik solidair en solliciteer dus niet. Neem een voorbeeld aan mij, Cees van Raak!!!

  3. Alard Grovers avatar
    Alard Grovers

    En ook Kotelet hoopt ik…