Geplaatst

Shotguncity

In augustus vorig jaar werd de wereld opgeschrikt door de desastreuze gevolgen van Katrina, de orkaan die New Orleans van de wereld vaagde. Regering en stadsbestuurders hadden alle waarschuwingen in de wind geslagen. Op 16 februari jongstleden organiseerde het NIROV, Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, in het NAI, Nederlands Architectuurinstituut, de conferentie Newer Orleans. De centrale vraag was hoe nieuwe stedelijke kwaliteit op te bouwen. Een vraag die mij als rechtgeaard Tilburger ook interesseerde. Niet in het minst vanwege de culturele ramp die zich in de zomer van 2004 als gevolg van een moedwillige stroomstoring in deze stad voltrokken heeft.

Tim Christ van het architectenbureau Morphosis (Los Angeles) presenteerde een nieuw stedenbouwkundig plan voor New Orleans. Hij herstelde de oude footprint van de stad en bepleitte de terugkeer van een kleinere stad van omstreeks 250.000 inwoners die beter beveiligd zou zijn tegen het water en op meer harmonieuze wijze zou passen in het markante deltalandschap van de Mississippi. Voor ruim 200.000 mensen die de stad voor de orkaan Katrina bevolkten, zou geen plaats meer zijn. Ter verdediging van deze stalinistisch aandoende inbreuk op de vrijheid van vestiging betoogde Aeron Betsky, directeur van het NAI, dat een stad relevant zou moeten zijn. In Nederland zijn voorbeelden te vinden van volstrekt irrelevante steden. Op de vraag van het verontruste publiek om namen te noemen, werd Heerlen als ultiem voorbeeld van de irrelevante stad naar voren geschoven.

Het was een pak van mijn hart dat niet Tilburg als zodanig bestempeld werd. Als het gaat om het vinden van wrange voorbeelden van stedelijke rampzaligheid staat Tilburg over het algemeen vooraan in de rij. Na de vernieling van het culturele landschap figureert Tilburg voor velen als ‘shotguncity’, een stad waar je met gemak een kanonskogel doorheen kunt jagen zonder kans iets waardevols te raken.

Dat betoogde de directrice van Villa d’Arto ook over de door haar achteloos overgenomen Tilburgse kunstuitleencollectie die met inspanning van velen in 35 jaar is opgebouwd. Dat deed ze naar aanleiding van vragen van een CDA raadslid over de afwikkeling van het faillissement van Tilburgse Kunststichting. Hij vroeg zich af hoe het kan dat er een verkooptentoonstelling is georganiseerd met de door de Udense kunstuitleen bij de curator gekochte kunst van de Tilburgse Kunststichting. Een terechte vraag omdat destijds de waarde van deze collectie door een beëdigde taxateur is op gemaakt, waarbij is komen vast te staan dat het gaat om het culturele erfgoed van Tilburg ter waarde van enkele miljoenen. Welk mistgordijn de directrice in samenspanning met de curator over de prijs waarvoor ze de collectie in de wacht heeft gesleept ook ophangt, de vraag blijft onbeantwoord voor hoeveel deze waardevolle collectie uit de failliete boedel is verkocht aan Villa d’Arto.

We weten dat het Duvelhok ver onder de marktprijs door de gemeente is aangekocht. We weten ook dat de partij die op dit moment de scepter zwaait over de Tilburgse cultuur maar al te graag de stekker bij de Tilburgse Kunststichting heeft uitgetrokken. Men wilde wel af van al die CDA kunst en -cultuur die de laatste decennia in Tilburg is voortgebracht. Tijd voor volkskunst! Onlangs presenteerde de directeur van het Jan Cunencentrum in Oss het nieuwe Centrum voor Beeldende Kunst voor Tilburg als een Paleis voor Volksvlijt. Daar past een uitleencollectie niet meer in. Hij voelt meer voor amateurkunst die professioneel begeleid wordt.      

Het probleem in Tilburg is dat het probleem niet gezien wordt door de juiste mensen.

C.Z.T.-R.S.D.  Cultureel Zwerfafval Tilburg – Rood Slaat Dood!