Geplaatst

Bloody Sunday

Onderweg in de auto hoorde ik op het nieuws dat de huidige aanpak van het onderzoek naar de gebeurtenissen op Bloody Sunday – het bloedbad in het Noord-Ierse Londonderry op 30 januari 1972 – de gemoederen hoog doet oplaaien. Alles draait om de grootste demonstratie sinds het begin van de enkele jaren eerder uitgebroken ‘Troubles’. Dat staat in schril contrast met het eerdere onderzoek, in 1972, van ene Lord Widgery. Dat werd door de Britse autoriteiten daags na het bloedbad aangekondigd en nam amper 11 weken in beslag. De conclusie luidde: de soldaten handelden uit louter zelfverdediging. Niet dat er bewezen kon worden dat er ook maar één van de doden of gewonden zich van een vuurwapen bediende, Widgery stelde dat het heel wel mogelijk was dat de doden en gewonden dicht bij personen gestaan hadden die zich wel bedienden van een vuurwapen of bom. Hij sloot af met de opmerking dat er geen doden of gewonden zouden zijn gevallen als er geen demonstratie zou zijn gehouden. En de autoriteiten gingen over tot de orde van de dag.

Er restte niets anders dan een oorverdovende stilte die onlangs verbroken werd door Tony Blair (uit te spreken als: Tonie Blèèr). De reden daarvoor was dat de leden van het 1e bataljon van het roemruchte Parachute Regiment, de elite-eenheid die de schietpartij uitvoerde, begonnen te spreken. Ze vertelden over ‘shameful and disgraceful acts’ die hadden plaats gevonden en over Widgery’s tribunaal waar hun getuigenissen werden veranderd omdat ze niet strookten met de ‘lijn’ van het onderzoek. Belastende feiten werden moedwillig weggepoetst. Toen in 1997 ook de Ierse regering er zich mee ging bemoeien en aan het licht bracht dat er zelfs door ‘snipers’ (sluipschutters) van boven op de weerloze menigte geschoten was, kon Tony Blair niet anders dan een nieuw onderzoek aankondigen onder leiding van Lord Saville of Newdegate. Hem wacht een moeilijke taak; het is zijn opdacht om ‘waarheid’ te brengen.

In Tilburg voltrok zich op dinsdag 29 juni 2004 een ‘Bloody Tuesday’. De voorzitter van de Tilburgse Kunststichting haalde eindelijk zijn gram. Na zijn immer driester wordende aantijgingen aan het adres van betrokken kunstenaars, medewerkers en gebruikers van deze meest markante culturele voorziening van Tilburg, wist hij in het aangezicht van de Wethouder van Cultuur de finale uitspraak van de kantonrechter te verkrijgen als legitimatie voor het culturele slagveld dat hij had aangericht. Voor het oog van de camera’s haalde hij nog uit met de zeis in de richting van kunst en kunstenaars. Samen met de Wethouder van Cultuur poetste hij het blazoen, liet zich ridderen. lichtte de hielen en om zijn aftocht te dekken werd hij voorzitter van de Stichting Tilburg Vrijstad*. Cynischer kan het niet.

In Tilburg is het niet eens tot een éérste onderzoek gekomen. Laat staan dat we kunnen rekenen op een twééde. De Wethouder van Cultuur had er zelf al naar gekeken en in wat hij gezien had, vond hij geen aanleiding; het College en de Raad die zogezegd verrast waren door deze gebeurtenissen maakten evenmin aanstalten verantwoording te eisen omtrent miljoenen gemeenschapsgeld dat aan de cultuur onttrokken is. En bovendien, zo betoogde de Wethouder van Cultuur, leidt zo’n onderzoek alleen maar af. Het past niet in de lijn van de culturele vernieuwing die wij als Partij van den Arbeid, oh, pardon, als Gemeentebestuur op het oog hebben, waarvoor we nu eindelijk door deze (ahum, gelukkige) omstandigheid de financiële ruimte krijgen. Dat is ons begin jaren tachtig niet gelukt. Het enige wat we toen hebben overgehouden aan onze poging de bakens te verzetten, is een bestuurslidmaatschap van de Schouwburg waarbij we nadien ook nog tegen onze zin in die Concertzaal moesten slikken. Het is maar goed dat die CDA-zaal van Brokx (†) nu meestal leeg staat. Eigen schuld, dikke bult.

In het kader van het toekomstonderzoek en als opmaat tot nepotisme, heeft de oud-wethouder van bevriende linkse signatuur (kunst voor het volk) de rol op zich genomen van Lord Widgery. Althans hij heeft een goede poging gedaan om zich als Lord op te stellen; onpartijdig, niet gehinderd door getuigenissen; zogezegd met het oog van een bestuurder op afstand. Een man die op de fiets met een omgekeerde verrekijker naar de stedelijke kunst en de cultuur kijkt, die met grote snelheid passeert (en ontwijkt als dat beter uitkomt) om vervolgens zijn bevindingen te ijken op het populaire programma ‘Kunst of Kitch’.

Geheel onverwacht heeft de Wethouder van Cultuur in afwachting van de uitkomsten van zijn oud-bestuurscollega zich ongeautoriseerd (om erger te voorkomen) de rol aangemeten van Lord Saville of Newdegate. Op een gemiddelde culturele debatavond debiteert hij de waarheid omtrent de teloorgang van de Tilburgse Kunststichting. Die is, zo zegt hij omslachtig, onder het eigen gewicht bezweken en het voordeel is dat nu aan de culturele horizon van Tilburg weer een nieuwe ochtend gloort. Wij als Partij van den Arbeid houden van kunst, tenminste kunst die wij en het volk begrijpen; kunst die het volk wil. Echte Partij van den Arbeid kunst. Het wordt tijd dat in deze katholieke stad ook culturele voorzieningen ontstaan die van ons zijn. Alleen van ons. Plekken waar kunstenaars niets in te brengen hebben. Ja, wel een paar van die jonge voor de culturele broedplaats op eigen kosten in het te heropenen theater De Vorst, die kunnen we wel te baas. Dat wordt trouwens een fantastisch gebouw waar we dan onze eigen vlag op kunnen laten wapperen; digitaal, want wij zijn ook modern.

“Sociaal plan voor de 140 mensen die hun werk verloren hebben ?” Nee, daar doen wij als Partij van den Arbeid niet meer aan tegenwoordig. Dat levert geen stemmen op. “Waar moeten de mensen voor hun culturele interesses naar toe ?” Naar óns gebouw natuurlijk. “Die rokende puinhopen dan ?” Daar kijken we gewoon langs heen of we maken ze met de grond gelijk. We maken van Tilburg een moderne stad; eentje zonder geschiedenis. Met cultureel erfgoed, daar hebben wij niets mee te maken. Niemand zit te wachten op die kruikezeikerkunst van de kunstuitleen. Daar kun je de T van Tilburg niet mee opdikken. “De inwoners van Tilburg ?”. Ja, wie is er hier nou gekozen ! Die Doms moet niet denken dat hij subsidie krijgt om het laatste hoofdstuk van de geschiedenis van de Tilburgse Kunststichting te schrijven. Hij is Telkamp** niet !

*) De Stichting Tilburg Vrijstad is een initiatief van de inmiddels overleden Tilburgse burgemeester Johan Stekelenburg, jurist en dichter Afshin Ellian en Paul Seters, directeur van het Globus Instituut van de Universiteit van Tilburg.
**) Dhr. Telkamp stelde met steun van de Gemeente Tilburg na zijn afscheid de Kroniek van de Tilburgse Muziek- en Dansschool samen (7 mei 1988). Hij was directeur in de periode 1962-1984. Als dieptepunt in zijn loopbaan moest hij op het einde daarvan meemaken dat de toenmalige Wethouder voor Cultuur, de heer Krosse (Partij van den Arbeid), de 11 miljoen die gereserveerd was voor de nieuwbouw van de muziekschool uit de gemeentebegroting schrapte.