Geplaatst

Culturele Strip

De wethouder van cultuur had geen mooiere culturele worst kunnen voorhouden in het kader van de nieuwe Uitgangspuntennota Cultuur dan de Culturele Strip Spoorzone. Over tien à vijftien jaar vinden we daar het culturele geluk met niet alleen Eat (= eten), Drink (= drinken), Dance (= dansen) and Art (= kunst) maar ook Shop (= winkelen) en vooral Work (= werken). Aannemende dat de planning klopt – ik ben nu vijfenvijftig – stel ik mij voor dat ik met mijn looprekje daar ga flaneren, gedesignd (= ontwerpen) in een van de broedplaatsen (= breeding ground) in het Montmartre van Tilburg (= Veemarktkwartier), door een jonge kunstenaar van de firma Baby-art met opschrift van de Stichting Vrijplaats, in het geval deze nog niet failliet is gegaan als gevolg van de wisseling van het voorzitterschap. Kortom Leisure (= afgedankte term voor Eat, Dance, Art, Shop en Work) te over in het verre verschiet.“Culturele strip” is ook een prima titel voor het gehele culturele toekomstbeleid dat thans in de steigers wordt gezet op de puinhopen van het faillissement van de Tilburgse Kunststichtng. Tilburg heeft immers de laatste tijd een ware reputatie opgebouwd als het gaat om scherts in de cultuur. In mijn voorgaande column “Kruikezeiker” die door de linkse politieke garde en meelopers als “zuur” bestempeld werd, heb ik al voorgesteld om, naast deze vermaledijde folklorefiguur, ruimte te maken voor Eefje Wentelteefje als nieuw symbool voor bestuurlijk Tilburg en zijn inmiddels totaal verbleekte culturele imago. Met weemoed denk ik terug aan de tijden dat het “Tilburgse Model” nog opgeld deed en de slogan “Tilburg Moderne Industriestad” door burgemeester Brokx in het vaan van deze voormalige textielstad gevoerd werd. Tilburg had in die dagen niet veel status, maar wel een knooppuntstatus.

Ik moet eerlijk toegeven dat de zuurgraad in mijn voorgaande column het gewonnen heeft van de humor en de gebruikelijke ideeën rijkheid die mij door vriend en vijand wordt toegedicht. Maar na het onder de koude adem van Stalin geënsceneerde cultuurdebat van de Partij van de(n) Arbeid, waar ik nog net geen enkele reis Goelagarchipel kreeg als dank voor getoonde inzet, had ik wel de behoefte om bij de eerst volgende gelegenheid tijdens het gezellige samenzijn van stadsbestuurders en autochtonen in carnavalsstemming een harde les Tilburgse kunst- en cultuurgeschiedenis toe te dienen. Niet helemaal zonder resultaat. Want enkele dagen later las ik in het Brabants Dagblad dat Miet van Puyenbroek, de enige echte wethouder van cultuur die Tilburg ooit gekend heeft, iets van tastbaar eerbetoon in de stad krijgt. Met dank aan burgemeester Ruud Vreeman die de moed heeft getoond om zich boven partijpolitiek te stellen en net als Miet zijn hart te laten spreken, zonder te zeer in vals sentiment te vervallen. KORT (Kunst in de Openbare Ruimte Tilburg) kan weer aan de slag.

De gemeenteraad van Tilburg heeft in feite al het gras voor mijn columnvoeten weggemaaid bij de behandeling van de Uitgangspuntennota afgelopen maandag. Over zuur gesproken, ik citeer uit het persverslag: “vaag en onvolledig”, “gebrek aan samenhang”, “we moeten echt aan de slag”, “cultureel Tilburg moet meer smoel laten zien”, “op de Spoorzone kunnen we niet wachten”, “de weg naar de Spoorzone is nogal vaag”, “slecht product” met tot slot de opmerking van de heer Puls: “De wethouder gaat april niet halen”. Nou dat laatste gaat me te ver. Kijk, persoonlijk gun ik mensen niets dan goeds. Kritiek dat mag, maar mensen naar de verdoemenis wensen dat kan niet, zeker niet in deze tijd van terrorisme en agressie. Zelfs niet in het geval het halve culturele erfgoed van de stad op de container wordt gegooid.

De enige echte optimist in het gezelschap was de inspreker van die avond. De directeur van het Factorium, de nieuwbouw van de Tilburgse Dans- en Muziekschool die na 26 jaar politiek geharrewar nu eindelijk tot stand gaat komen. Die dacht dat er op het vlak van cultuur in Tilburg nog wat te coördineren viel. Hij was de enige. De wethouder van cultuur bleef optimistisch. Hij had de nota met de culturele instellingen besproken – iets waar je vandaag de dag zo mee klaar bent – en hij bezwoer dat alle kunstdisciplines in de definitieve nota worden meegenomen. Waar naar toe, daar werd in de gemeenteraad niet naar gevraagd. De raad heeft, zoals gebleken is, nu eenmaal geen onderzoekende inslag.

Voor het moment van nu hield de wethouder van cultuur zijn gehoor de optie voor om het nieuwe Centrum voor Beeldende Kunst in het Duvelhok te vestigen. Voor hem een wel bekende plek omdat hij daar eerder de stekker heeft uitgetrokken. Hij kent er de weg dus in den blinde. Nu maar hopen dat hij geen last heeft van de ets- en lithopersen, de zeefdruktafels en belichtingsapparatuur,de keramiekovens, de houtmachinale, de beeldhouwgereedschappen, de donkere kamers met vergrotingskokers als die er nog zijn, de glasovens en glasverwerkingsmachines, de draaibank en kolomboor in de staalwerkplaats, het stillevenmateriaal en de schildersezels, de bibliotheek, het ruim 30 jaar bestrijkende Duvelhokarchief met bijbehorende film- videotheek van films en video’s die er door kunstenaars en leerlingen de laatste dertig jaar gemaakt zijn. Of heeft iemand van het geteisem dat verantwoordelijk is voor het culturele molest al die rotzooi al eerder op de container geflikkerd onder het motto: wat niet weet, wat niet deert.

Thuis heb ik een meetlint hangen. Net als in militaire dienst hang je dat in je kamer op als je nog 100 dagen van je afzwaaien verwijderd bent en knipt er elke ochtend een centimeter van af. Is er nog één van de honderd centimeters over, dan weet je dat je naar huis kunt. Welnu, van de honderd dagen dat het volgens de wethouder van cultuur nog zou duren dat De Vorst Nieuwe Stijl met zijn voorstellingen weer van start zou gaan, liggen nu welgeteld 100 losse centimeters op de grond. 1 februari ben ik weer aan een nieuw meetlint begonnen. Daar zijn nu al weer 15 centimeter afgeknipt en ik heb nog geen voorstelling gezien. Vanmiddag heb ik ook een nieuw meetlint gekocht in verband met zijn plannen voor het Duvelhok. Morgenvroeg begin ik daaraan te knippen. De culturele strip op de Spoorzone maak je met één meetlint niet goed.

Voor de Kunstuitleen heb ik nog geen meetlint hoeven te kopen, omdat de wethouder in het midden laat of er nog een stedelijke kunstcollectie is; niet zegt waar die dan is en als die er nog is in welke staat dat die verkeert. Het gaat om kunstwerken van Nico Molenkamp, Werner Moonen, Hans van Zummeren, Wijnand van Lieshout, Paul Bogaers, Marc Mulder en ga zo maar door. Vrijwel de hele naoorlogse Tilburgse kunstgeschiedenis is er aan af te lezen. In zo’n nieuw cultureel partycentrum, een van de opties die door de wethouder zo enthousiast ontvangen werd, is daar natuurlijk geen plaats voor.

In heikele debatten heb ik intussen geleerd me vragend op te stellen. Mijn creativiteit stop ik dan ook voortaan in het stellen van vragen. Bijvoorbeeld de vraag, wat de stad gaat ondernemen als al dat broedsel van de culturele broedplaatsen een keer uitkomt. Wat dan ? En wat als die jonge talenten die van de kunstvakopleidingen de stad instromen niet kunnen verhinderen dat ze ouder worden. Wat dan ? En als dat geroemde Veemarktkwartier van ze lang zal ze leven geen creatieve bedrijvigheid zal gaan bevatten en dat beetje dat er is ook nog in rook opgaat, wat dan ? En waar zijn dan die nieuwe krachten die opgestaan zijn naar zeggen van de wethouder van cultuur nadat de Tilburgse Kunststichting failliet gegaan is. Als die er helemaal niet blijken te zijn, wat dan ? En als NS werkspoor gewoon werkspoor blijft, wat dan ? Wat moet je dan met een EDDA trend ? En iedereen weet toch wat het verlagen van drempels teweeg brengt in de kunst. Dan gaat de boel failliet. En wat dan ? En wat als blijkt dat de nieuwe stijl van De Vorst een lekke luchtballon blijkt te zijn, wat dan ? En wat als het nieuwe centrum voor stedelijke identiteit niet “the place to be” wordt, wat dan ? En, in een land waar niet eens een minister van cultuur is, het culturele voucher als schaamlap dient voor het gemis aan culturele overdracht in het onderwijs, wat stelt Tilburg daar dan tegenover ? Enkel Cist ? Het gemeentebestuur is zo desperaat dat zelfs de WIK als culturele reddingsboei voor ontluikend cultureel ondernemerschap in de nota uitgangspunten naar voren geschoven wordt. Ze moesten eens weten hoe het de jonge WIK kunstenaars vergaat.

Het inspraakproces rondom de cultuurnota biedt uitkomst. Het gemeentebestuur heeft daarvoor voor de eerste ronde een soort van geheim genootschap gesticht waarbinnen al die culturele prietpraat bewierookt moet worden, net zolang ze er zelf in gaan geloven. Op 7 maart organiseert het gemeentebestuur vervolgens de plenaire bijeenkomst waar de discussienota met het culturele veld besproken wordt. De raadsleden zijn daar ook welkom. Daar moet dan de input geleverd worden voor de definitieve nota. Nou maar hopen dat ze in ieder geval nog weten te onthouden welke kunstdisciplines er allemaal in de stad vertegenwoordigd zijn. Kunstenaars zijn ze zo vergeten. Nee, een uitnodiging voor 7 maart heb ik niet ontvangen. Voor een broedplaats kom ik niet meer in aanmerking; te oud. Ik voorzie dat ik zelfs met looprekje die culturele strip niet meer haal. Misschien moet ik maar lid worden van de Ouderenpartij. TOP was de enige partij die een duidelijk plan miste ! Kennelijk zit daar nog wat cultureel geheugen.

Reacties

Eén reactie op “Culturele Strip”

  1. Hein Verschure avatar
    Hein Verschure

    Het is de arrogantie van de macht, en ook hetgeen Tilburg laat zien: groot zijn in het kleine denken.
    Arrogantie: niet de kunstenaars zijn voor de cultuurwethouder interessant. Wel de uitstraling als creatieve kunststad. Dus logisch dat er korte metten wordt gemaakt met het bestaande netwerk van kleine initiatieven. Dat daarmee een kapitaalsvernietiging plaatsvindt van pakweg 25 jaar wordt even "vergeten".

    Blijft over het nieuwe netwerk:
    De Bonheurgroep/universiteitsconnecties/Tilburgse School/De stichting Fundament/Textielmuseum. Zeer waarschijnlijk wordt binnenkort het Hasseltse kerk projekt stilgelegd, krijgt daarna een particulier initiatief de kans en krijgt Fundament een plaats voor de vorming van de driehoek Textielmuseum, De Pont en Hasseltse kerk. Het een voor gezellig kunst aan het werk bekijken, het ander voor de prestige en vervolgens drinken we een afzakkertje in de kerk. De PVDA laat intussen zien hoe sterk zij zijn in het beschermen van het Tilburgs erfgoed. En dan blijft inmiddels iedereen bezig met het Veemarktkwartier, vecht elkaar de tent uit, en in het Goirke komt nog een bodemloze put, waarin volop munten worden gegooid vanuit gemeente Tilburg.

    Je moet er maar opkomen, toch?