Ik ga dood. Op korte termijn. Zeer korte termijn. Aldus de specialist. Nee. Geen hoop. Geen sprankje hoop. Terminaal. Behoorlijk terminaal. De lever. Tja. Duidelijkheid. Wat moet je ermee. Accepteren. Aldus de specialist. Verzoenen. Met de dood. Met het naderend einde. De confrontatie aangaan. Zijn boodschap. Tja. Duidelijkheid. Wat kan je ermee. 2005. Een annus horribilis. Kind verloren. Gescheiden. Terminaal. + de AIVD. Dat gezeik. Gaat maar door. + de bedreigingen. De laffe bedreigingen. Van autochtonen. Jij vuile Marokkanenvriend. Van allochtonen. Jij vuile Marokkanenhater. Wat woorden doen. Met de medemensch. Schrijven. Zonder betekenis. Lezen. Met betekenis. Tja. The eye of the beholder. Zomaar een zin. Projecteer maar. Schiet maar. Voel U niet geremd. Gij insectum. Gij musca domestica. Mij maakt het niks meer uit. Ga toch dood. Op korte termijn. Zeer korte termijn.
Accepteren. Verzoenen. De confrontatie aangaan. De opgave. De zware opgave. De dankbare opgave. Ook. Bleek afgelopen weekeinde. In Beachy Head. Eastborne. Engeland. Europa. Wereld. Universum. Geografisch gesproken. Beachy Head. Valhalla. Hemel. Hades. Bla bla bla. Metafysisch gesproken. Ja ja. Je probeert wat. In tijden van nood. Dus. Eerst de documentaire bestuderen. Beachy Head. Suicide spot. Number one. De klif. De rotsen. De puntige rotsen. De dodelijke rotsen. Ja. Daar moet ik zijn. Accepteren. Verzoenen. De confrontatie aangaan. Dus. Hotelletje geboekt. Midprice. Eastborne. Het voorportaal. Voor suïcidalen. Met black pudding. En ale. Dark ale.
Beachy Head. Zaterdag 27 augustus. Niemand te zien. Bij de rescue phone. Bij de beroemde klif. Jammer. Immers. Ik wil verzoenen. Godverdomme. Onrustig loop ik naar de rand. Zie de stenen zwaarden. Zie de klotsende golven. Vol verwachting. Klopt ons hart. Nee. Geen lijken. Ook dat niet. Jammer. Hallo. Hoor ik achter mij. Een meisje. Schuwe blik. Vet haar. Slonzige klederdracht. Hoi. Antwoord ik. Wil jij ook dood. Haar vraag. Weet ik niet. Mijn antwoord. Mijn eerlijke antwoord. Zij. Ik zie vliegen. Zoemende vliegen. Overal. Ze slaat met haar hand rond haar hoofd. Geen vlieg te zien. Die vliegen moeten weg. Maar gaan niet weg. Ik wil dood. Maar ik durf niet goed. En ik wil een wereldreis maken. Of trouwen. Moeder worden. Huisvrouw worden. Ik weet het niet. Ik wil dood.
Aha. Een labiel meisje. Tijd voor acceptatie. Verzoening. Confrontatie. Dus toch. Mijn advies. Klaar. Voor haar. Eerst voorzichtig kijken. Over de rand. Op de buik. Naast elkaar. Liggen we. So far. So good. Zie haar gezicht. Treurig. Lelijk. Ontevreden. Geen eer te behalen. Voor niemand. Inderdaad. Dood. De oplossing. Zie jij geen vliegen. Nee ik zie geen vliegen. Weet je dat zeker. Ja. Ik zie geen vliegen. Ik zie mogelijkheden. Dat wel. Voor verzoening. Voor acceptatie. Ik sta op. Ga achter haar staan. Ik hou je vast. Bij de enkels. Zodat je beter kunt kijken. Doe je wel voorzichtig. Nee. Hoezo nee. Ik wil de confrontatie aangaan. Zodat ik kan verzoenen. Zodat ik kan accepteren. Loop naar voren. Stevige greep. Om haar onderbenen. Soort kruiwagen. Duw. Duw hard. Ze valt. Zo’n tweehonderd meter. Haar hoofd. Spat open. Op een rots. Een puntige rots. Meisjeslijk. Blijft liggen. Op het strandje. Kabbelende golven. Rustiek plaatje.
Beachy Head. Zondag 28 augustus. Tijd voor tweede experiment. Tijd voor acceptatie. Verzoening. Confrontatie. Echter. Niemand te zien. Bij de rescue phone. Bij de beroemde klif. Ga dutje doen. In gras. Zonnetje schijnt. Vogels fluiten. Dus. Geduld. Geduld. De dood kan wachten. Acceptatie heeft tijd nodig. Om te verzoenen. De eeuwigheid duurt eeuwig. En meer onzin. In mijn hoofd. Mijn getormenteerde hoofd. Dat zwaarder wordt. En zwaarder. En zwaarder. En natter. En natter. Ik word wakker. Zie twee slijmerige tongen. Twee paar schelerige ogen. Twee honden. Twee lelijke honden. Met varkenssnuit. En vliegen. Veel vliegen.
Ik duw ze weg. De honden. Zonder succes. Ik sla ze weg. De vliegen. Zonder succes. Kijk om me heen. Geen ziel te bekennen. Honden blijven springen. Ik loop weg. Honden volgen. Springen. Likken. Bah. Bah. Bah. Dan maar naar de rand. Kijk om me heen. Geen ziel te bekennen. Til hond 1 op. Gooi hem naar beneden. Hond 2 idem dito. Kijk over de rand. Naast het meisjeslijk. Liggen ze. Lief. Rustig. Zoals het hoort. Kabbelende golven. Een vreedzame aanblik. Uitermate vreedzame aanblik. Zucht. Diepe zucht. Van verlichting. De specialist had gelijk. Acceptatie is goed. Verzoening helpt. Leve de wetenschap. Niet de economische wetenschap. De medische wetenschap. Zij leve hoog.
Ik loop terug. Naar het hotel. Kom man tegen. Kale man. Vragende man. Met halsband. Om nek. Heb je misschien twee honden gezien. Wellicht. Hoezo wellicht. Zoals ik zeg. Wellicht. Man kijkt nerveus. Wat bedoel je met wellicht. Tja. Geef er maar betekenis aan. Doe er mee. Wat je wilt. The eye of the beholder. The eye of the beholder. Ik loop door. Man volgt mij. Je hebt mijn honden gezien. Wellicht. Hij trekt aan mijn jas. Mijn stijlvolle jas. Laat me met rust. Waar zijn mijn honden. Laat me met rust. Ik heb geen tijd. Moet gaan. Mijn verzoening vieren. Mijn acceptatie. Terug naar X-burg. stad van vliegen
Reacties
3 reacties op “stad van vliegen (2)”
Hulp nodig?!
Een van de beste columns die ik van je hand heb gelezen, Troy. Mijn complimenten – van begin tot eind diep geraakt.
Hij is niet meer te helpen…..