Geplaatst

JA MAAR JA, ONZEN ROBBIE (Mechelen uit, altijd moeilijk)

Natuurlijk is er in Stilburg te ontkomen aan den carnavalesken doem. Niets tegen carnaval overigens, maar wat als jij nou eens een keertje niet…….En voor nordic langlaufen heb je tegenwoordig ook al geen lange latten meer nodig, dus Oostenrijk? Kortom, tijd voor een dagje uit. Tenslotte is het krokusvakantie. Tip van de week of maand (in afwachting van festival CEMENT v.a. 21/2) is een tripje naar Mechelen. 100 km, een uur rijden (met de auto dan). Daar speelt Stilburgs belangrijkste theaterexportproduct Rob van Gestel bij gezelschap ’t Arsenaal een uitwedstrijd. Mechelen uit, altijd moeilijk. Van woensdag t/m zaterdag. Van 22 februari t/m 18 maart 2006. BELEG, een nieuwe tekst van Tom Naegels.

Zondagmiddag belt Rob van Gestel mij op. Of ik zin heb om een kleine week voor de premiere mee te gaan naar een doorloop van het stuk BELEG, er is behoefte aan een kritische blik, aan (on)gewone kijkers, aan meelullers, aan publiek (dus), en dat ik kan meeeten!

‘Het pand in de Belegstraat is onbewoonbaar verklaard en verzegeld, maar via een deur achter een kast in de aanpalende nachtwinkel toch nog toegankelijk. Winkelier Muneer, heer van de kast, is huisbaas, beschermer en bewaker van Diana en Mikhail, die elk hun redenen hebben om verborgen te leven. ’s Nachts helpen ze in de winkel. Hun leven staat stil in het donker; dat is het beste voor iedereen. De Belg Marco (Robbie), ooit succesvol maar nu aan lager wal geraakt, houdt hen ’s nachts gezelschap.’

Bij het binnenrijden van de stad probeert Rob mij blijmoedig te stemmen met fijne verhalen, de Mechelse kathedraal is gefundeerd op ezelhuiden, midden in de Mechelse hoogtijdagen waren er twee vrouwen aan het bewind, hier zijn ketsveel studenten en dus ook de bijbehorende frietkotten en pistoleteken, drankbarren en nachtleven. Bij binnenkomst in het theater daagt er uiteindelijk iets als een warm bad.

Het stuk moet zijn scherpte nog krijgen, maar wordt gedragen door een sterke cast. Michael De Cock (regie), zijn naam was eerder gevallen als bijzonder talent, levert een fijne, actuele prestatie. We treffen een lethargisch gezelschap met een continue toon van onbehagen – als dit niet goed fout zit; nou ja, fout zit het – dat de lange nachten in de nachtwinkel doordreint. De paki-eigenaar (Jos Geens zet misschien iets te hoog in, maar is verder een wonder van subtiliteit) is trots op zijn zaak, op Pakistan (heeft drie keer een wereldoorlog voorkomen), en op zijn troosteloze leven, waar eens de liefde zal binnendringen. Diana doet alles om te overleven en haar kindje, ginds, een betere toekomst te geven. Ivan Pecnik hoeft niets te doen om een fanaat inburgerende rus (als ik de taal maar spreek) te spelen, zoals geen van de spelers, toeters danwel bellen gebruiken om de diverse culterele achtergronden in te kleuren. Onze Robbie mag lekker uitpakken en dat doet hij ook, maar boven alles staat: niemand is voor het geluk geboren, maar zeker deze mensen niet. Dit levert een fijnzinnige voorstelling op met een ingetogen teloorgang.

Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik een beetje speculeer op hoe de voorstelling gaat worden. Ik zag hem een week voor de premiere, maar ik schat het eindresultaat wel op vier sterren in. Omdat in een ver verleden carnaval in Belgie, onder mombakkes, nog wel eens gebruikt werd om (familie)vetes geweldadig te slechten, is er eerst een verbod op vermommingen afgekondigd en wordt het nu nog steeds een beetje ontraden. Dus mocht u tijdens de carnavalsdagen naar Mechelen gaan, een boerenkiel is gek genoeg. Mocht u ook de kathedraal bezoeken? Ezelhuiden!