Geplaatst

Afscheid Marcel Degen

Afscheid Marcel Degen


Ik hoor huilen, ik hoor janken
Ik hoor tal van jammerklanken
Ik hoor snikken in de banken
Ik hoor smartelijk gezang

Want het wordt niet meer verzwegen
Vanaf nu scheiden de wegen
Van de raad en Marcel Degen
Van het Algemeen Belang

Marcel Degen! Da’s die jongen
Die in Tilburg wordt bezongen
Om al wat hij heeft bedongen
Sinds pakweg tweeduizendtwee

Die van tennis en toneel houdt
Die scholieren int gareel houdt
En wat brengt die man een veelvoud
Aan verdiensten met zich mee

Hij is van het debatteren
Hij is van het nuanceren
Hij is vant relativeren
Rond een mall die wordt gebouwd

Van de minima opplussen
Creatief aan gevels klussen
En van minder dure bussen
Naar bijvoorbeeld Udenhout

Én, noem ik hier in dit kader
Ook de geestelijke vader
Van de Stadsdichter, jaja, d’r
Zijn hier wapenfeiten zat

En u denkt misschien: wat geeft dat?
Maar als Marcel nooit geleefd had
En naar poëzie gestreefd had
Had hij nu geen vers gehad

Want toen hij had aangegeven
Niet naar een cadeau te streven
Dacht de raad van: ho eens even
Dat is toch geen afscheid zo?

Wil die Marcel Degen niets dan?
Riep u toen, nou, daar komt niets van
Ha! Wij geven lekker iets van
Onze stadsdichter cadeau!

Nou, daar sta ik dan. Te denken
Wat ik zonder u te krenken
Moet verzinnen als geschenk en
Bijna had ik het verbruid

Bijna had die Marcel Degen
Nog dit boek van mij gekregen
En dat zou toch minstens tegen
Heel wat borsten zijn gestuit

Kijk die omslag nou eens even
Een partijtje aanstoot geven
Hier! Een kruisbeeld! Ik scheet zeven
Kleuren stront als ik dat gaf

Daarmee, hoorde ik beweren
Zou ik toch zo ongeveer ‘n
Halve raad of zo schofferen
Dus dat scheur ik er maar af

Trouwens, hier, dit voorwoord is ‘n
Kwetsend stuk van Driek van Wissen
Alcoholici die misse
Dit als kiespijn. En de rest

Schokkend voor de schizofrenen
Cru voor mensen zonder benen
Onbeschaafd voor al diegenen
Die in schooltijd zijn gepest


Bot voor paddenstoelenkwekers
Grof voor deeltijdapothekers
En dit wordt door zedenprekers
Zeker niet geaccepteerd

Die beknotting van de pen, ik
Vind het treurig, dat erken ik
Maar als de stadsdichter ben ik
Wel door u gesubsidieerd

Als u regeltjes wilt stellen
Over wat ik mag vertellen
Nou, oké, maar dan wordt wel ‘n
Consequentie hier geschetst

Ik heb lang wakker gelegen
Maar ik heb voor Marcel Degen
Toch iets voor elkaar gekregen
Dat – zo hoop ik – niemand kwetst:

“Rozen verwelken
En schepen vergaan
Maar Marcel Degen
Blijft altijd bestaan”