De laatste tijd zie ik hem geregeld door het centrum schuifelen. Voetje voor voetje. Hij loopt voortaan met een stok. Verder is hij nauwelijks veranderd. Ietsje grijzer geworden misschien.
Ik was hem eigenlijk al bijna vergeten. Ik kende hem van de kruikenmarkt, toen deze nog op de Oude Markt stond. Jarenlang stond hij daar met zijn kraam vol onbestemde handelswaar. Volgens mij stond hij schuin achter Jan Rombout met zijn vinylsingletjes. Jan Rombout, wiens lijfspreuk was ‘Bij mèn stao kwalitèèt vûrop!’.
De man met zijn onbestemde handel was ooit in een flits op tv, in een VVV-achtig programma over Tilburg. Ook haalde hij een keertje de krant omdat hij een soort jubileum als marktkoopman te vieren had. Het was een kort berichtje met een foto. Het waren twee schaarse momenten waarop hij even uit de anonimiteit getild werd. Want zijn aanwezigheid op de zaterdagse Kruikenmarkt was zo vertrouwd dat je eigenlijk nooit bij hem stilstond. Hij was als een rijtjeshuis dat je elke dag passeert zonder er aandacht aan te wijden.
Toen de Kruikenmarkt naar de Kattenrug verhuisde is hij volgens mij niet meer meegegaan. Als hij voor die tijd al niet weg was.
Onopgemerkt moet hij van de Kruikenmarkt zijn verdwenen. Misschien hebben zijn mede-standhouders en zijn vaste klanten met een vleugje weemoed afscheid van hem genomen, waarna de markt gewoon weer verder ging.
Ik kan mij het moment niet herinneren dat zijn kraam er niet meer stond. En ik kan mij evenmin herinneren dat ik hem ooit los van zijn kraam ergens gezien heb. Alsof hij buiten die zaterdagse Kruikenmarkt niet bestond.
Nu ik hem ineens af en toe weer tegenkom, besef ik ineens dat ik hem al die jaren doodgewaand moet hebben. Als ik ooit nog aan hem gedacht heb, zal het tenminste wel iets in die richting zijn geweest.
Maar hij is er dus nog. De richting waarin ik hem zie schuifelen lijkt me net zo onbestemd als zijn handel destijds. En even onbestemd is de opluchting die zich van mij meester maakt als ik weer eens constateer dat hij nog steeds onder ons is.
Geplaatst